De regering is er vandaag, zaterdag 5 december, in geslaagd om toestemming te verkrijgen van obligatiehouders voor uitstel van betaling van de schuld aan Oppenheimer. Met ruim meer dan de vereiste meerderheid van 75% stemden de obligatiehouders in met uitstel. Het verzoek daartoe werd 13 november ingediend, zo meldt de Communicatie Dienst Suriname.
Obligatiehouders hebben ingestemd met uitstel van betaling voor in totaal US$ 48 miljoen aan hoofdsom- en rentebetalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van de 2023 en 2026 obligaties gedurende de periode van 26 oktober 2020 tot 31 maart 2021.
Gezien de lage economische activiteit en hoge inflatie, heeft de regering besloten om schuldonderhandelingen aan te gaan met haar schuldeisers, op basis van transparantie en gelijkwaardige behandeling van crediteuren. Dergelijke onderhandelingen over schuldherstructurering zullen worden ondersteund door economische hervormingen die moeten resulteren in een betere toekomst voor het volk, aldus het ministerie van Financiën. In dit kader worden ook besprekingen gevoerd met het IMF (Internationaal Monetair Fonds) met als doel om binnenkort financiering vanuit een IMF-programma te kunnen ontvangen. Er zijn verder ook gesprekken met multilaterale instellingen om budgetondersteuning te verkrijgen.
De regering is voornemens om haar commerciële en bilaterale schulden in vreemde valuta op een vergelijkbare manier te benaderen. ‘We zijn dankbaar dat schuldeisers beseffen hoe diep de financiële problemen van het land zijn en dat we deze financiële problemen willen overwinnen door middel van samenwerking, goodwill en gezonde economische hervormingen. Wij zijn bezig met een heel gestructureerd plan met duidelijke stappen om de economie weer gezond te maken’, zegt minister van Financiën en Planning, Armand Achaibersing.
De uitstelperiode van betaling, die loopt tot 26 april 2021, schept gunstige voorwaarden voor constructieve besprekingen tussen de de regering en haar schuldeisers. In die periode zullen de plannen van de regering om de zeer hoge schuld en daaruit voortvloeiende schuldverplichtingen weer op een duurzaam pad te brengen verder worden uitgewerkt.