Procureur-generaal Roy Baidjnath Panday heeft 26 november de vordering tot het in staat van beschuldiging stellen van Ashwin Adhin, oud-vicepresident, verzonden aan De Nationale Assemblee. De vordering bestaat uit een lijvig, ruim vijftig pagina’s tellend, document met diverse bijlagen waarin zeer gedetailleerd wordt omschreven, gestaafd met feiten en omstandigheden, wat er is gebeurd met allerlei apparatuur dat verdween uit het Kabinet van de Vicepresident. Het is nu aan het parlement om te beslissen of Adhin in staat van beschuldiging kan worden gesteld.
Assembleevoorzitter Marinus Bee heeft de vordering van de procureur-generaal om ex-vicepresident Ashwin Adhin in staat van beschuldiging te stellen, al aan hem betekend. Hij heeft een huishoudelijke vergadering voor dinsdag uitgeschreven om deze kwestie te bespreken. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) zijn uit het strafrechtelijk onderzoek voldoende feiten en omstandigheden aan het licht gekomen om Ashwin als verdachte aan te merken.
Adhin wordt verdacht van het vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken van video- en foto apparatuur, geheel of ten dele behorende aan een ander, althans een en ander heeft uitgelokt en in ieder geval daaraan medeplichtig is geweest. Ook wordt de voormalig vicepresident ervan verdacht een geschrift valselijk te hebben opgemaakt dat bestemd is om tot bewijs te dienen, dat de daarin opgenomen goederen niet meer bruikbaar waren voor de dienst en derhalve afgeschreven konden worden met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken. Hiermee heeft Adhin volgens het OM een bijzondere ambtsplicht geschonden.
Adhin wordt verder verdacht van:
het zich wederrechtelijk toe eigenen van goederen, waaronder video- en/of foto-apparatuur of dat heeft uitgelokt of medeplichtig is geweest; het verduisteren van goederen, waaronder video- en/of foto-apparatuur, die hij onder zich had, of dat heeft uitgelokt of medeplichtig is geweest en daarbij gebruik heeft gemaakt van macht, gelegenheid of middel hem door het ambt geschonken.
OM: ‘De strafbare feiten zijn gepleegd door Adhin, in de formele bediening van zijn ambt als gewezen vicepresident van de republiek Suriname.’ De procureur-generaal wenst bij het Hof van Justitie tegen Adhin een vordering tot gerechtelijk vooronderzoek in te stellen. Naast Adin was ook aangifte gedaan, op 17 september, ter zake vernieling en verduistering van apparatuur, tegen medewerkers van de afdeling Communicatie Unit van het Kabinet van de Vicepresident.
De aangeefster, de directrice van het Kabinet van de Vicepresident, Tania Muskiet, is 5 oktober gehoord. Zij verklaarde, dat bij het aantreden van vicepresident Ronnie Brunswijk, een inventarisatie opgemaakt moest worden inzake apparatuur van de afdeling Communicatie Unit. Toen bleek dat apparatuur ontbrak. Van apparatuur dat wel aanwezig bleek, dat de meeste apparaten beschadigd waren en dat er opzettelijke vernielingen waren aangebracht waardoor ze onbruikbaar waren geworden. Het ging om 2 foto-toestellen van het merk Nikon, 1 camcorder van het merk Sony, 1 pc van het merk Lenovo, 1 tele-lens van het merk Sigma, 1 batterij grip van het merk Nikon, 1 lens van het merk Nikon, 1 scherm van het merk Dell en 1 laptop van het merk Hp. Volgens de afdeling ICT van het Kabinet van de Vicepresident waren de apparaten vermoedelijk opzettelijk vernield of beschadigd.
Volgens de aangeefster bestaat het vermoeden, dat de apparaten opzettelijk onbruikbaar zijn gemaakt en ingeleverd op het Kabinet van de Vicepresident. Volgens haar zijn deze apparaten in de periode van 27 november 2018 tot en met 28 januari 2019 – conform Missive no. 388/orag, de dato 16 augustus 2018 getekend door de toenmalige vicepresident, voorzitter van de Onderraad voor Aanbesteding en Gunning, Ashwin Adhin, ten behoeve van de afdeling Communicatie van het Kabinet van de Vicepresident – aangeschaft voor een bedrag van SRD 179.935. Opvallend hierbij is, aldus het OM, dat dezelfde apparatuur is gebruikt bij de inauguratie van de huidige president, het afscheid van Adhin op 14 juli, het aantreden van vicepresident Brunswijk op 18 juli, terwijl deze apparaten conform een memo van 8 juli werden voorgedragen voor afschrijving wegens defecten, slijtage en niet voor de dienst bruikbaar, waarbij deze ook werd goedgekeurd door Adhin.
Adhin heeft echter bij de politie verklaard, dat hij niemand de opdracht had gegeven om goederen af te schrijven, doch dat hij wel geaccordeerd heeft nadat hij op de hoogte gesteld werd van goederen die afgeschreven werden. Hij heeft ook verklaard, dat hij de goederen zou doneren aan een dovencentrum en geen andere bedoelingen heeft gehad dan slechts dat.
Het rapport van de afdeling Foresische Opsporing van het Korps Politie Suriname is intussen ook ontvangen. Die afdeling heeft de apparatuur fotografisch vastgelegd evenals de schade aan de apparatuur. Zij hebben hiervan afzonderlijk een dossier opgemaakt waarin duidelijk aangegeven is hoe de schade aan de apparatuur ontstaan kan zijn en hebben vastgesteld dat er opzettelijke handelingen zijn gepleegd waarbij aan deze apparatuur beschadigingen zijn aangebracht met het oogmerk dat deze niet meer gebruikt kan worden door derden. Het onderzoek wordt nog voortgezet.