In navolging op de Internationale Dag van de Democratie wordt in Suriname, met name onder aanvoering van ngo’s die burgerrechten propageren, de Democratiemaand in acht genomen in de maand november. Kennelijk vanwege de covidpandemie zijn er geen grote activiteiten ontplooid waar grote groepen mensen aanwezig zouden kunnen zijn. Door het internationaal dagblad The Economist wordt jaarlijks de Democracy Index uitgegeven. De democratie-index is een ranglijst van landen samengesteld door de Economist Intelligence Unit, onderdeel van The Economist Group, het bedrijf dat onder meer het weekblad The Economist uitgeeft. De lijst is een weergave van het democratisch gehalte van bijna alle landen op de wereld. De rangorde gaat oplopend van 1 (grote democratische vrijheid) tot boven de 150 (zwaar onderdrukkende dictaturen). De ranglijst bestaat uit 167 landen, vaak aangevoerd door een Scandinavisch land (meestal Noorwegen; Zweden in 2006 en 2008) en afgesloten met Noord-Korea dat als minst democratisch wordt beschouwd. Het begrip “democratie” omvat volgens de redactie minstens een regering gebaseerd op de meerderheidsregel, met instemming van de burgers; vrije en eerlijke verkiezingen; de bescherming van minderheidsrechten; en respect voor fundamentele mensenrechten. Democratie veronderstelt ook gelijkheid voor de wet, eerlijk proces en politiek pluralisme. Het rapport verwijst naar andere publicaties met afwijkende definities, zoals Freedom House. In sommige wetenschappelijke instellingen werden nog een aantal meer verfijnde instrumenten ontwikkeld om het democratisch gehalte van politieke systemen te onderzoeken. Van de groep landen dat gemonitord wordt, zijn maar 20 volwaardige democratieën volgens de rangschikking van 2018, 55 zijn onvolwaardige democratieën, 39 zijn hybride (mix) regimes en maar liefst 53 zijn autoritaire regimes. De volledige democratieën komen voor in Noord Amerika en West Europa, de onvolledige democratieën komen voor in Latijns Amerika en de Caribbean, de hybride regimes in Azie en Oceanië, Centraal en Oost Europa en Sub-Saharaans Afrika en de autoritaire regimes in het Midden Oosten en Noord Afrika.
Op de rangschikking van 167 landen komt Suriname voor op plaats nummer 49 als een ‘onvolledige democratie’ net als Trinidad, Jamaica, Guyana, India en Brazilië. Nederland wordt aangemerkt als een volwaardige democratie. Opvallend is dat ook België als een onvolwaardige democratie wordt genoteerd evenals Italie. De onvolledige democratieën worden in 2 groepen verdeeld: de beter scorende groep en de slechtere groep.
In het kader van de democratie is het zeker raadzaam om te kijken wat in het partijprogramma van de grootste partij staat, want dat zijn dan de plannen die uiteindelijk uitgevoerd moeten worden. De partij staat voor handhaving van de democratische rechtsstaat en de fundamentele rechten en vrijheden van de mens. Zij willen een onafhankelijke rechterlijk macht. Zij staan voor, handhaving van de nationale en lokale veiligheid. Handhaving van de vrijheid van godsdienst en de vrije uitoefening van godsdienst, handhaving van de vrijheid van politieke partijvorming, politieke meningsuiting en de vrije meningsuiting. Onze samenleving is veelkleurig en alle groepen moeten in harmonie met elkaar leven, zonder discriminatie. Voor de korte termijn (1-2 jaren) heeft de partij beloofd een wet openbaarheid van bestuur en een wet aansprakelijkheid van bestuur. Er komt een Wet Openbaarheid van Bestuur, een wet op politieke ambtsdragers en de verdere implementatie van e-Government, is beloofd door de partij. Dat is een heel goede zaak, om het overheidsbestuur transparant te maken. De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) in Nederland stamt uit 1991 en regelt de openbaarheid van bestuur door openbaarmaking van informatie door de Nederlandse overheid. De wet garandeert eenieder de mogelijkheid om informatie over een bestuurlijke aangelegenheid bij een bestuursorgaan op te vragen. De wet heeft betrekking op ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen, publiekrechtelijke organisaties, en bedrijven of instellingen die onder verantwoordelijkheid hiervan vallen, zoals ziekenhuizen en openbare scholen. De Wob is geen documentenwet zoals de openbaarheidsregels bij de Europese Unie, van de VS en van bijvoorbeeld Zweden, maar een informatiewet. Het gaat om de informatie die reeds vastgelegd is, ongeacht de gegevensdrager. Zo kan het ook om informatie gaan op een USB-stick of harde schijf, om een foto, aantekeningen op een gele memosticker of een SMS-bericht op de zakelijke telefoon van een ambtenaar. De overheid heeft het laatste woord over de vorm van de gegevensverstrekking; dat kan ook mondeling zijn. Het samenstellen van totaal nieuwe documenten uit bestaande documenten is geen onderdeel van de Wob. Echter, informatie zoals metadata die tijdens normale werkzaamheden van ambtenaren zichtbaar is op een scherm kan middels een schermafdruk verstrekt worden en valt daarom binnen de Wob. Openbaarmaking is een plicht van elk bestuursorgaan, het is het juridische uitgangspunt. Geheimhouding hoort altijd een – gemotiveerde – uitzondering te blijven. Persoonlijke beleidsopvattingen, privacygevoelige informatie zoals strafbladen en stukken die concurrentiegevoelige informatie van bedrijven bevatten, zijn uitgesloten van de mogelijkheid om ze met een beroep op de wet Wob in te zien. Maar ook hierop zijn uitzonderingen mogelijk gemaakt door de rechter en het Verdrag van Aarhus. Het vakgebied van de overheidscommunicatie en -informatie kreeg door de Wob een juridisch fundament. Zo een wet zo een baanbrekende ontwikkeling zijn het traject naar het verkrijgen van goed bestuur in Suriname.