Voor BPMO is het jaar 2020 niet naar tevredenheid verlopen. Deze bond voor het personeel van het onderwijsministerie timmert al een hele poos aan de weg om de positie van zijn leden te verbeteren. Zo is op enkele leden na wel wat zaken gerealiseerd maar het gros is achterwege gebleven. Volgens Guno Sabajo, voorzitter van BPMO, is het bij elke wisseling van de wacht zo dat de onderhandelingen met de Onderwijsminister opnieuw moet plaatsvinden en dat neemt weer wat tijd in beslag. “We hopen dat minister Marie Levens de zaken die zijn blijven liggen op het ministerie, kan verwezenlijken. Wij hopen dat het komend jaar een vruchtbaar jaar mag zijn”, zegt Sabajo aan Dagblad Suriname.
Hij voert aan dat elk plan die de minister vorm wil geven niet mogelijk is zonder de inspanningen van de bureau-ambtenaren. Sabajo merkt op dat er in de afgelopen 9 jaren ministers gekomen en gegaan zijn, zonder dat er serieus gekeken is naar het personeelsbeleid. “Geen enkele minister heeft een goed personeelsbeleid gevoerd.” De verwachting is dus dat er in 2021 een verandering hierin komt. Ook onderwijsinhoudelijk dient er veel aangepakt te worden, accentueert Sabajo. Hij doelt op het 11-jarig basisonderwijs. “Dit is blijven steken. De nieuwe methode heeft zich niet voortgezet.”
Daar de leden van BPMO ook ouders zijn en de frustraties kennen van de oude en nieuwe leermethode, willen zij dat er ook belang wordt gehecht aan ouderparticipatie. “Wanneer men zich voorneemt om de jeugd te laten ontwikkelen, betrek de ouders dan ook erbij. Wij als ouders horen erbij. Als ik praat over ouders, praat ik over de bureau-ambtenaren die het werk moeten voorbereiden voor welke minister dan ook.” Sabajo vermeldt erbij dat BPMO er zelf niet van houdt om iedere keer door middel van een lamlegging een standpunt kenbaar te maken. Helaas staakt de Technische Dienst nog steeds doordat hun veiligheid in het geding is. “Die mensen kunnen niet op straat in niet gekeurde en niet verzekerde auto’s.” Kortom, de BPMO kijkt uit naar een jaar waar er een beter personeelsbeleid gevoerd zal worden, de 2.000 schoonmaaksters die in dienst zijn genomen ook ingezet worden en de medewerkers op hun huldigingen mogen rekenen.