Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft, onder druk van de publieke opinie, onderstaande verklaring zaterdag uitgebracht:
‘Ik wens met betrekking tot uitspraken door mij gedaan in Times of Suriname en bij STVS met betrekking tot de zaak Adhin, te verduidelijken dat de regering geenszins zal inmengen in een zaak die bij de PG (procureur-generaal) in onderzoek is. De directeur van het Kabinet van de vicepresident heeft aan de PG gevraagd om een zaak rond vernieling cq verdwijning van media apparatuur te onderzoeken. Als regering wens ik verder, dat in deze zaak de juiste wettelijke procedure wordt bewandelt.
In antwoord op vragen van journalisten naar aanleiding van de aanhouding van voormalig vicepresident Ashwin Adhin, kan wellicht de indruk zijn gewekt dat ik als vicepresident de scheiding der machten niet onderken.
Middels dit schrijven wil ik benadrukken dat ik als lid van de uitvoerende macht, mij op geen enkele wijze wil inlaten met de taken en bevoegdheden van de rechterlijke macht.’
Adhin wordt ervan verdacht opdracht te hebben om kantoormeubilair, waaronder computerapparatuur, te verwijderen uit het kantoor van het Kabinet van de Vicepresident, op het moment dat hij nog vicepresident was. Ook zou apparatuur zijn vernield. De rechter-commissaris heeft afgelopen vrijdag bepaald dat de inverzekeringstelling van Adhin onrechtmatig is en dat hij moest worden vrijgelaten. Maar, hij blijft toch in verzekering, omdat het Openbaar Ministerie tegen de beslissing van de rechter-commissaris in hoger beroep is gegaan. Het Hof van Justitie zal de zaak nu verder behandelen.