“Alle aantijgingen zijn beperkt gebleven tot ongeverifieerde holle kreten”
NDP-parlementariër en gewezen DNA-vicevoorzitter Melvin Bouva heeft donderdag bij de recherche van het bureau Geyersvlijt aangifte gedaan wegens smaad en laster tegen Radjindrekoemer Ramdhani. “Volgens betrouwbare bronnen een fervente VHP-aanhanger”, laat de NDP’er optekenen via Dagblad Suriname. Volgens Bouva heeft Ramdhani eerder deze week op zijn Facebookpagina ongefundeerde verregaande beschuldigen gedaan over hem door te stellen dat hij (Bouva) onder meer als projectleider van het project Naschoolse Opvang SRD 126 miljoen heeft verduisterd. Daarnaast is de NDP’er ervan beschuldigd dat hij enkele jaren terug via de Wegenautoriteit SRD 3 miljoen zou hebben gehad voor de uitvoering van een vlaggenproject tijdens Srefidensi. Ook is aangifte gedaan tegen Facebookroddelpagina Kwasibita Nieuws, die eerder dit jaar in dit kader, onterechte beschuldigingen en valse informatie over de volksvertegenwoordiger zou hebben verspreid. De zaak wordt door de recherche en het digitale onderzoeksteam verder onderzocht, waarna de verdachten zullen worden opgeroepen. Ook degenen die zich mogelijk in de toekomst hieraan schuldig zullen maken.
Bouva was geen projectleider NSO
Bouva geeft aan dat alle aantijgingen als leugen en lasterpraat kunnen worden aangemerkt in een poging hem persoonlijk, maar vooral politiek te schaden. Deze kunnen volgens hem echter met vaststaande feiten worden ontkracht. De NDP’er voert aan dat hij in tegenstelling tot beweringen van derden, nimmer projectleider van NSO was en derhalve niet verantwoordelijk was voor de uitvoering noch financiën daarvan. Ook stelt hij op geen enkele manier diensten geleverd te hebben en direct of indirect financiële middelen uit voornoemd project te hebben ontvangen. “Als voorzitter van de Vaste Commissie Onderwijs in DNA was ik evenals de overige leden belast met wet- en regelgeving en de controle op de uitvoering daarvan.”
Naam Bouva wordt in geen enkel onderzoeksrapport genoemd
De NDP’er vervolgt verder en zegt dat na het grondig onderzoek noch in het evaluatierapport noch in het rapport van de Centrale Landaccountantsdienst (Clad) een concrete beschuldiging of verwijt wordt gemaakt aan zijn adres. “Uit dit onderzoek blijkt voorts dat mijn naam ook op geen enkele manier in diskrediet is gebracht. In voornoemde rapporten, waartoe wordt verwezen, zijn de feitelijk betrokkenen en omstandigheden onomwonden genoemd en publiekelijk beschikbaar. Gelet op voornoemde vaststaande feiten heeft geen enkele kwaadspreker de beschuldiging met enige vorm van bewijs kunnen onderbouwen. Alle aantijgingen zijn beperkt gebleven tot ongeverifieerde holle kreten, voornamelijk van politieke tegenstaanders.” Verder wenst Bouva recht te zetten dat hij ook nimmer betrokken is geweest bij de uitvoering van een vlaggenproject van de Wegenautoriteit of de levering van voeding voor quarantaine.
“Ik voel mij hierdoor geenszins geïntimideerd”
Bouva vindt het betreurenswaardig dat desondanks onder politieke motieven deze zaken ongefundeerd en ongeverifieerd worden verspreid. “De tendens dat regeringsfunctionarissen en politici, politieke tegenstaanders op een dergelijke manier, vaak onterecht, bekladden en criminaliseren, is erg zorgelijk. Hiermee zal op een politiek verantwoordelijke manier moeten worden omgegaan. Maar ik voel mij hierdoor geenszins geïntimideerd. Ik zal niemand het recht geven om op welke wijze dan ook onterecht mijn eer en goede naam aan te tasten. Ongeacht de aanvallen en de pogingen mij politiek te schaden, zal ik nationaal zowel internationaal als president van het Forum van Jonge Parlementariërs van de Interparlementaire Unie ongestoord mijn werk voortzetten”, aldus de volksvertegenwoordiger.