De vijfenveertigjarige Republiek Suriname gaat gebukt onder een waterhoofd, veroorzaakt door een teveel aan ambtenaren. De ambtenaar stamt af van de koloniale administrateurs, die de Wilde Kust beheerden. In de zeventiende en achttiende eeuw zwaaiden de gouverneur en hoge ambtenaren de scepter. Via het Hof van Politie hadden de plantage-eigenaren en andere structuren zeggenschap in het bestuur. Zeeschuimers, soldaten, tuchthuisboeven, kleurlingen, slaven en vrijgekochte slaven waren de werkkrachten.
Mulatten
In de negentiende en twintigste eeuw klommen mulatten op in het bestuursapparaat, de handel en vrije ambachten. De emancipatie van de bevolkingsgroepen leefde op door de instelling van het Algemeen Kiesrecht en maakte een eind aan de dominerende plaats van de mulatten binnen het bestuursapparaat en het bedrijfsleven. De politieke ontwikkeling en het onderwijs bevorderden de integratie van de verschillende bevolkingsgroepen. Het ambtenarenkorps nam in omvang toe en het bedrijfsleven nam vastere vorm aan. Deze beweging voltrok zich in de hoofdstad.
Geschoolden
Het gouvernements- administratief en handelspersoneel zwol aan met geschoolden en intellectuelen, die zich na de instelling van het Algemeen Kiesrecht profileerden. In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw was de behoefte aan administratief- economisch en andere opgeleide krachten op middelbaar niveau, in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin groot.
Blok aan het been
Anno 2020 is het ambtenarenkorps een blok aan het been van de overheid. Het overheidsapparaat wordt enerzijds gekenmerkt door een veel te grote personeelsbezetting in vooral de lagere salarisschalen en rangen, terwijl anderzijds er een tekort bestaat aan hoger- en middenkader.
Het ambtenarenleger
De controle op aanwezigheid op de werkvloer is vrijwel nihil. Superieuren laten het gewoon toe dat mensen honderd en meer dagen per jaar verzuimen, laat komen of vroeg weggaan. Slechts weinig ambtenaren hebben een volle dagtaak. Degenen die echt werken, behoren meestal tot de oudere kern met een jarenlange diensttijd. Aan belangrijke projecten wordt slechts door enkele ‘hoge pieten’ gewerkt. Capabele figuren, andere politieke partijen dan de heersende worden geweerd en andersdenkenden worden weggepest. Men heeft het allang opgegeven om steeds het moeizame proces in werking te brengen om maatregelen tegen een ambtenaar te treffen.
Strijd
Bespot en beschuldigd door het publiek, ontstaat bij de ambtenaar een enorm saamhorigheidsgevoel. De ambtenarij schept er genoegen in strijd aan te gaan met het publiek. De strijd wordt gevoerd over de balies van de overheidskantoren: lang wachten, heen en weer sturen, terugkomen en bedenkelijke dienstverlening. De reactie van het publiek is ook niet altijd je van het. De ambtenaar krijgt verwensingen naar het hoofd geslingerd. De saamhorigheid naar buiten toe beschermt hen tegen aanvallen. Zich bewust van haar macht als groep, maakt de ambtenarij zich geen zorgen over de besognes van het publiek.
Best beschermde werknemer
De ambtenaar is de best beschermde werknemer in het land. De ongeschreven codes van de ambtenarij kunnen zelfs niet door een minister genegeerd worden. Slechts de hoogste top kan maatregelen treffen, maar ook dan nog wordt overheidspersoneel beschermd door de uitgebreide rompslomp van procedures en wettelijke bepalingen. De overheid zit in een moeilijk parket met ambtenaren. Elke regering kent en vreest de macht van het ambtenarenkorps. Het is niet de werkende klasse die in Suriname regeringen naar huis stuurt, maar de ambtenaren.
HD