‘Slechts kwetsbare inkomensgroepen binnen de overheid en andere doelgroepen zullen in aanmerking komen voor de door de regering aangekondigde eenmalige netto-uitkering van SRD 300. De regering heeft besloten deze uitkering te geven in het kader van de armoedebestrijding’, zo sprak president Chandrikapersad Santokhi maandag in het parlement bij de beantwoording van vragen van Assembleeleden in de eerste ronde van de begrotingsbehandeling.
Met zijn uitspraak zullen waarschijnlijk weer de nodige vraagtekens in de samenleving geplaatst worden bij de door de regering toegezegde bonus. Velen vragen zich af aan wie nu feitelijk de bonus verstrekt gaat worden en hoe de regering het denkt te willen gaan uitvoeren. Regeringsfunctionarissen, gewezen regeringsfunctionarissen, Assembleeleden, gewezen Assembleeleden en hogere-inkomensgroepen zullen niet in aanmerking komen voor deze uitkering.
Santokhi zei, dat de regering voor deze uitkering ruimte heeft kunnen creëren door een strak prudent beleid omtrent de overheidsfinanciën. Volgens het staatshoofd heeft het volk het zeer zwaar vanwege de financiële crisis en de Covid-19 pandemie. De regering wil de samenleving tegemoet komen en heeft daarom in de regeringsraad vergadering van 5 november goedgekeurd om eenmalig in de maanden november en december 2020 een uitkering van netto SRD 300 uit te keren aan de gemeenschap.
De regering wil voor al haar burgers gelijke kansen, zodat iedereen in de gelegenheid wordt gesteld om zich te ontwikkelen. Om dat te kunnen realiseren, zal zij de armoede binnen de samenleving moeten bestrijden. Dat is waarom ook het armoedevraagstuk een prioriteitsgebied is in de urgentiefase.
Ter uitvoering van dit prioriteitsgebied is binnen de Raad van Ministers een Onderraad Armoedebestrijding ingesteld. Op dit moment worden verschillende programma’s uitgevoerd om de zwakkeren te ondersteunen in de vorm van pakketten. ‘Echter, pakketten beperken de keuzevrijheid van de burger en zijn tevens corruptiegevoelig. Daarom werken we eraan om dit om te zetten in ondersteuning in andere vorm’, zei Santokhi.