“Die zogenaamde bonus is een druppel op een gloeiende plaat”, zegt een burger tegenover Dagblad Suriname. De persoon is ambtenaar op het ministerie van Sociale Zaken en wenst niet bij naam genoemd te worden. “Ik kan me niet voorstellen. Zoveel heisa en dan is het SRD 300. Ik ben er sprakeloos van. Liever was de brandstofprijs verlaagd. Dan voelde ik me een beetje geholpen. Maar dies no kan. Ik ben bewust van de situatie en van de omvang van het aantal ambtenaren. Maar dit is echt een soort voor-de-gek-houderij”, stelt de burger. “De regering moet voor ons zorgen, want hiervoor hebben wij niet gestemd. Door de unificatie voelen wij het nu meer. Het wordt steeds moeilijker om te overleven, want alles is duur. Soms denk ik dat het steeds erger wordt met de dag. Ik had hoge verwachtingen van die nieuwe regering. Een SRD100 stelt bijna niets meer voor. Melk, brood en beleg zijn geen luxe. Ik moet het normaal kunnen kopen. Maar alles wordt zo duur. Boter en pindakaas zijn nu bijna 2 keer zo duur”, stelt de persoon. “De situatie lijkt echt uitzichtloos. Ik hoop en bid dat er snel verandering kan komen.”