Gisteren is bekend geworden dat een bekende Afrikaanse politieke leider, Jerry Rawlings, is overleden. Rawlings is het voorbeeld van een politieke leider die een slechte start kan maken maar uiteindelijk toch goed kan afsluiten of terecht komen. Rawlings lijkt op Bouterse maar zijn politieke pad is anders. Het begin lijkt hetzelfde maar de afloop is verschillend.De dood van elke persoon en elke politieke dient als voorbeeld voor degenen die opkomen en dat zijn vooral de jongeren. Jerry John Rawlings is geboren als Jeremiah John Rawlings in de stad Accra te Ghana op 22 juni 1947. Rawlings kwam aan de macht via een militaire staatsgreep na ontevredenheid over de regering van Ignatius Kutu Acheampong, die in januari 1972 door een staatsgreep aan de macht was gekomen. Acheampong werd niet alleen beschuldigd van corruptie, maar ook van het in stand houden van Ghana’s afhankelijkheid van prekoloniale machten die tot economische neergang en verarming leidden. Rawlings maakte deel uit van de Free Africa Movement, een ondergrondse beweging van militaire officieren die Afrika wilden verenigen door middel van een reeks staatsgrepen. Op 15 mei 1979, vijf weken voor de burgerverkiezingen, pleegden Rawlings en zes andere soldaten een staatsgreep tegen de regering van generaal Fred Akuffo, maar dat mislukte en werd hij gearresteerd door het Ghanese leger. Rawlings werd publiekelijk ter dood veroordeeld in een krijgsraad. In afwachting van zijn executie werd Rawlings op 4 juni 1979 uit hechtenis gehaald door een groep soldaten. Hij leidde de groep in een staatsgreep om de regering van Akuffo en de Hoge Militaire Raad te verdrijven. Kort daarna richtte Rawlings een 15 leden tellende Revolutionaire Raad van de strijdkrachten (AFRC) op, en werd hij voorzitter. Hij en de AFRC regeerden 112 dagen en regelden de executie door een vuurpeloton van acht militaire officieren en drie voormalige staatshoofden: Afrifa, Acheampong en Akuffo. Rawlings voerde later een veel bredere “huisreinigingsoefening” uit waarbij meer dan 300 Ghanezen werden vermoord en ontvoerd. Kort na de coup werden op tijd verkiezingen gehouden. Op 24 september 1979 werd de macht door Rawlings vreedzaam overgedragen aan president Hilla Limann, wiens People’s National Party (PNP) de steun had van de volgelingen van de bekende Nkrumah. Twee jaar later zette Rawlings president Hilla Limann af in een staatsgreep op 31 december 1981. De moorden op de rechters van het Hooggerechtshof en militaire officieren vonden ook plaats tijdens het tweede militaire bewind van Rawlings. In tegenstelling tot de executies van 1979 werden deze mensen echter in het geheim ontvoerd en vermoord en het is onduidelijk wie er achter hun moorden zat. Het economische beleid van Rawlings leidde in 1983 tot een economische crisis, die hem dwong om structurele aanpassingen door te voeren en zich aan verkiezingen te onderwerpen om de macht te behouden. In januari 1992 werden verkiezingen gehouden, waardoor Ghana terugkeerde naar een meerpartijen-democratie. Rawlings richtte kort na de staatsgreep van 1982 de Nationale Commissie voor Democratie (NCD) op en gebruikte deze om de mening van de burger te onderzoeken en aanbevelingen te doen die het proces van democratische overgang zouden vergemakkelijken. Het verbod op politieke partijen werd in mei 1992 opgeheven in Ghana middels referendum. Op 3 november 1992 werd Rawlings NDC met 60% van de stemmen winnaar van de verkiezingen. De Commonwealth Observer Group keurde de verkiezing echter als “vrij en eerlijk”. Oppositiepartijen boycotten daaropvolgende parlements- en presidentsverkiezingen in Ghana. Na omstreden verkiezingen werd de PNDC omgevormd tot het Nationaal Democratisch Congres (NDC). Rawlings trad weer aan als president op 7 januari 1993, dezelfde dag dat de nieuwe grondwet in werking trad, en de regering werd bekend als de Vierde Republiek Ghana. Tussen 1992 en 1996 versoepelde Rawlings de controle over de rechterlijke macht en het maatschappelijk middenveld, waardoor een onafhankelijker Hooggerechtshof en de publicatie van onafhankelijke kranten mogelijk werden. Oppositiepartijen opereerden buiten het parlement en hielden bijeenkomsten en persconferenties. Gezien de verschillende problemen met de verkiezingen van 1992, waren de verkiezingen van 1996 een grote verbetering in termen van electoraal toezicht. Overeenkomstig zijn grondwettelijk mandaat liep de ambtstermijn van Rawlings af in 2001. Hij ging met pensioen in 2001 en werd opgevolgd door John Agyekum Kufuor, zijn belangrijkste rivaal en tegenstander in 1996. In november 2000 werd Rawlings door VN-secretaris-generaal Kofi Annan geëerd voor zijn werk. In oktober 2010 werd Rawlings benoemd tot afgezant van de Afrikaanse Unie in Somalië. Hij gaf lezingen aan universiteiten, waaronder Oxford University. Rawlings zette zijn grote steun voor NDC voort. Samenvattend kan dus gezegd worden dat alhoewel zeer gewelddadig begonnen, Rawlings in het tweede deel van zijn leven een veel gematigder en democratische weg opging en bruggen ging bouwen in plaats van muren. Die ontwikkeling zien we weinig militaire leiders maken, die blijven tot hun oude dag hun militaire pak provocerend dragen met bedreigingen om steden hermetisch af te zullen sluiten.