De regering wil een goede wisselwerking tussen haar, het traditioneel gezag en de gemeenschappen in het binnenland. President Chandrikapersad Santokhi zegt tegenover de Communicatie Dienst Suriname (CDS), dat het instituut van traditioneel gezag niet alleen een traditionele vertegenwoordiging is, maar een stukje overheidsgezag dat in zijn gebied vertegenwoordigd is. Santokhi heeft vrijdag met vicepresident Ronnie Brunswijk en enkele ministers een bezoek gebracht aan Dritabiki.
Het beleid van de regering is erop gericht het traditioneel gezag weer sterk te maken, zeker wat betreft het instituut van de granman. Dat zal weer versterkt worden met middelen, ondersteuning, infrastructuur en logistiek.
De bedoeling van het bezoek aan Dritabiki was goede communicatie met de structuren, zelf de boodschap overbrengen over de uitvoering van het beleid, beheersing van de financiële crisis en aanpak van het Covid-19 en het zogenoemde armoedevraagstuk.
President Santokhi zegt dat de regeringsdelegatie de problemen heeft aangehoord en die ook gaat oplossen. De delegatie heeft enkele petities in ontvangst mogen nemen, hetgeen volgens het staatshoofd aangeeft, dat de gemeenschappen weten wat zij willen.
De regering wil dat de binnenlandse gemeenschappen zichzelf ontwikkelen. Zij zullen zelf initiatieven moeten nemen op het gebied van ondernemerschap, toerisme, huisvlijt of de agrarische sector.
President Santokhi ziet graag, dat de gemeenschappen zich organiseren en dat de regering daarop inspeelt. Zij kunnen van regerings zijde ondersteund worden vanuit het KMO-Fonds (Kleine en Middelgrote Ondernemingen). Daarnaast zal de regering ook haar verantwoordelijkheid moeten opeisen en laten gelden in de gebieden. Dit vooral als zij grote ontwikkelingen teweeg wil brengen in deze delen van het land.