Ook de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (Asfa) is niet enthousiast over het herstelplan van de huidige regering. Onlangs liet VES weten dat het herstelplan veel tegenstrijdigheden bevat zonder een samenhang. “Ook wij hebben niet een herstelplan als zodanig gezien; er is niet gekeken naar productie stimulerende maatregelen”, zegt de Asfa-voorzitter Wilgo Bilkerdijk aan Dagblad Suriname. Een goed herstelplan vormt de basis voor sanering van de economie. Vooral met de verdere downgrading van Suriname naar de C-status kan de regering zich niet permitteren een zwak herstelplan op tafel te leggen.
Downgrading heeft geen betrekking op een politieke partij
“We zitten nog niet op default, maar dat zit aan te komen als we zo doorgaan als land.” Bilkerdijk merkt op dat de VHP-Abop-regering steeds een vinger wijst naar de vorige regering, doordat de schuldenberg gecreëerd is tijdens de regeerperiode van Bouterse. Fitch houdt daarmee geen rekening. Het is het geheel land, dat afstevent op default en niet een politieke partij, benadrukt de Asfa-voorzitter. “Hiermee kunnen we niet zo lichtvaardig omspringen. Het is een serieuze kwestie. De rating komt als gevolg van handelingen van de overheid, daar kunnen wij als samenleving niet veel aan doen.” Bilkerdijk legt uit dat bij een default status alles klem komt te zitten. Zelfs het gemak om online spullen te bestellen, zal niet meer mogelijk zijn.
Goede prioriteiten stellen
Asfa, die deel uitmaakt van de Sociaal Economische Raad (SER), zegt dat er een samenhangend pakket aan maatregelen moet komen. Net als bij Vereniging van Economisten in Suriname (VES) heeft SER ook de gelegenheid gekregen om adviezen uit te brengen met betrekking tot het herstelplan. Dit heeft nog niet plaatsgevonden. Verwacht wordt dat SER binnenkort haar adviezen zal presenteren. Bilkerdijk attendeert erop dat de regering wel SRD 200 miljoen heeft vrijgemaakt voor sociale pakketten, terwijl aan de andere kant geen middelen gereserveerd zijn voor datgene wat juist van belang is. “Er moet serieus gewerkt worden aan het stimuleren van de lokale productie. De overheid wil wel nadenken over een aantal zaken, maar je ziet het niet terug in het beleid”, aldus Bilkerdijk.