Zwart geld en cash SRD-schaarste wordt aangepakt
Het inwisselen van cash SRD wordt mogelijk in november een feit. Dit verneemt Dagblad Suriname uit politieke bronnen. Met het inwisselen beoogt de regering zwart geld en de cash SRD-schaarste aan te pakken. Dit betekent dus ook om nieuwe biljetten in omloop te brengen. De verwachting is dat burgers veel cash in eigen beheer hebben, waardoor er een onsmakelijke toestand ontstaat bij de banken, zoals de lege ATM’s en lage opnamelimieten. Met deze maatregel zal ook zwart geld zichtbaar worden. Uit politieke bronnen wordt vernomen dat het inwisselen van cash SRD vooralsnog betrekking zal hebben op de coupures van SRD 100.
Inwisselen is geen nieuwigheid
Sinds 1 januari 2004 kent Suriname de SRD als officieel betaalmiddel. Vóór 2004 was de gulden gangbaar. De toenmalige president Ronald Venetiaan gaf daarbij te kennen dat die overstap naar de SRD nodig was om een betere integratie in de regio te hebben. De SRD-biljetten worden gedrukt in coupures van SRD 5, SRD 10, SRD 20, SRD 50 en SRD 100. In de overgangsfase werd in de waardeaanduiding 3 nullen geschrapt. Burgers hadden 5 maanden de ruimte om de cash gulden in te wisselen bij de banken. Ook in de jaren ’80 was het inwisselen verplicht. Desi Bouterse had namelijk de gulden ongeldig verklaard. Burgers hadden daarbij slechts enkele dagen de tijd om de cash guldens in te wisselen. Dit werd getypeerd als een slinkse wijze om de waarde van de gulden op te krikken door het aanbod ervan te verkleinen.
Inwisselen praktisch niet werkbaar
Steven Coutinho, directeur van De Surinaamsche Bank (DSB), liet onlangs weten dat de suggestie voor het inwisselen van cash SRD niet werkbaar is. Hij attendeerde dat burgers bij dit model met al hun cash naar de bank moeten komen. Met de Covid-situatie acht Coutinho dat niet praktisch; nu al zijn de rijen bij de banken enorm en de klaagzang daarover wordt overal gebezigd. Waar hij ook zijn kanttekening achter plaatste, was dat de Centrale Bank van Suriname nieuwe biljetten moet uitgeven om de oude in te kunnen ruilen, wat ook weer kosten met zich meebrengt voor de staat. Volgens de DSB-directeur wordt hiermee de cash-problematiek niet opgelost, daar het probleem ontstaan is doordat het geld buiten de banksector om passeert.