De verzetzaak tegen Desi Bouterse, hoofdverdachte in het 8 decemberstrafproces, is vrijdag uitgesteld naar 30 november 2020. Bouterse, die in november 2019 bij verstek veroordeeld is tot een gevangenisstraf van 20 jaar voor zijn aandeel in de Decembermoorden, was wederom niet aanwezig. Zijn raadsman Irvin Kanhai heeft een brief overhandigd aan de Krijgsraad met de reden voor zijn afwezigheid. De reden is als privé aangemerkt en niet publiekelijk gemaakt. Hoewel het verzoek van Kanhai is aanvaard, stelde de Krijgsraad zich op hetzelfde standpunt als dat van de auditeur-militair en gaf aan dat de verdachte op 30 november wel in de rechtszaal aanwezig moet zijn, aangezien het hier om een verzetzaak gaat. Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden bij het 8 decemberstrafproces, zei na afloop aan journalisten dat bij een verzetzaak het de bedoeling is dat de verdachte persoonlijk de gelegenheid krijgt om zich te verdedigen. “En daarvoor moet hij dus wel persoonlijk in de rechtszaal aanwezig zijn. Zonder de verdachte zal de verzetzaak niet behandeld worden”, benadrukte Essed.
Sinds 2007 nagelaten in rechtszaal te verschijnen
Hoewel de redenen aangehaald in de brief niet bekend zijn gemaakt aan het aanwezige publiek, achtte de Krijgsraad deze redenen wel als ‘verschuldigbaar’ en duidde dit aan als overmacht. De zaak tegen Bouterse is daarom ook niet inhoudelijk behandeld. Ook de verweren en excepties die Kanhai stelde te zullen opwerpen, komen dus voorlopig niet aan de orde. Volgens Essed heeft de Krijgsraad wel een belangrijke vraag opgeworpen, die Kanhai niet direct heeft kunnen beantwoorden. “De Krijgsraad heeft gevraagd of zijn raadsman kan aangeven waarom er eigenlijk verzet is aangetekend. Omdat de heer Bouterse, zoals de Krijgsraad dat zegt, vanaf 2007 tot en met 2019 de gelegenheid gehad heeft om in de rechtszaal te verschijnen, maar dat nooit gedaan heeft. Ook heeft hij daar nooit een goede reden voor opgegeven”, stelt Essed.
Bouterse verscheen op 22 januari in rechtszaal, maar in ambt van president
Kanhai zei kort voor de aanvang van de zitting aan journalisten dat hij 5 excepties gaat voordragen bij de Krijgsraad. Hierover heeft hij donderdag al een onderhoud gehad met Bouterse. De laatste keer dat Bouterse in de rechtszaal is verschenen, was op 22 januari 2020. Bouterse kwam onder luid gejuich van aanhangers aan bij de rechtbank. Bouterse verscheen toen gekleed in militair uniform, voor de rechtbank in Paramaribo. Eugène van der San, toen directeur van het kabinet van de president, was er toen laaiend over dat Bouterse in de functie van president voor de Krijgsraad was verschenen. Toen Krijgsraad-voorzitter Cynthia Valstein-Montnor hem naar zijn beroep vroeg, antwoordde Bouterse: “Ambtsdrager in de functie van president van de Republiek Suriname”. Met zijn optreden schreef Suriname geschiedenis. Het is de eerste keer dat een president in functie voor een rechter in een strafzaak is verschenen. Toen Bouterse naar buiten kwam, werd hij opgewacht door aanhangers van zijn Nationale Democratische Partij (NDP).
FR
