Er is een verontrustende bericht in de media verschenen over het gebruik van cyanide door buitenlanders (Chinezen) in het binnenland van Suriname. De binnenlandbewoners hebben veel ervaren sinds de kolonisatie in de 15de eeuw. Eerst hebben de inheemsen hun meest voorname plekken dichtbij de oceaan moeten afstaan aan de witte indringers. Men was genoodzaakt de binnenlanden in te trekken, om elders hun gemeenschappen voort te zetten. De kolonisatoren namen hun het land af, en wilden hun ook nog uitbuiten. Toen die uitbuiting niet genoeg bleek werden Afrikanen ontvoerd, opgekocht, vervoerd en doorverkocht om als bezit te worden uitgebuit. Een deel van de tot slaafgemaakten nam grote risico’s voor het hoge goed van de menselijke vrijheid: men vluchtte naar het achterland en uiteindelijk naar het binnenland, ook om aldaar hun gemeenschappen voort te zetten. Naarmate de tijd verstreek begon de eigen overheid, ook in de periode van de onafhankelijkheid, druk te leggen op het land van de inheemse en de tribale volken en druk op de gemeenschappen zelf. De gemeenschappen moesten keer op keer verhuizen en hun woonplaatsen verlaten. Enkele decennia terug begon de grootschalige vervuiling en de vergiftiging van de inheemse en de tribale volken. Hoe meer we naar het zuiden gaan en hoe meer men genoodzaakt is de zelf gevangen vis uit de vervuilde rivieren te eten, hoe meer er kwik in de lichamen van de inheemsen en de tribalen voorkomen. Het is zelfs zover dat met buitenlandse hulp nu, in gebieden waar volop vis voorkomt, men vis in kunstmatige kweekvijvers moet kweken en dat moet eten. De druk is zwaar gelegd op het milieu van de inheemse en de tribale volken, en ze hebben er niets voor terug gehad. Hun land is onder water gezet, ze moesten wijken. Daarna werden cyanide en andere giftige stoffen onder de grond begraven en gelaten. Men ging zelfs zover om gif van andere landen te importeren en hier in de grond te graven. Al deze informatie kwam naar buiten toen de commissie die moest onderhandelen met Suralco, uitleg moest geven over hun wanprestatie naar het Surinaamse volk toen: ze kozen namelijk partij voor de multinational en ze hadden sympathie en empathie voor de multinational, het Surinaamse volk moest blij zijn dat ze uitgebuit was door de multinational. Duizenden kilo’s kwik zijn door goudzoekers gedumpt in de bodems in het binnenland, de vergiftiging gaat door. Toen het Minamataverdrag werd geratificeerd, dachten wij dat de regering radicaal zou stoppen met het gebruik van kwik, maar neen. De fractieleider van de coalitiepartijen, Andre Misiekaba, pleitte voor de voortzetting van de vergiftiging van het binnenland, voor nog eens 10 jaar. Hij en zijn partij hebben gepleit voor de belangen van de ondernemers en niet voor de inheemse en tribale volken die in de binnenlanden wonen en voor hun survival van het milieu afkomstig zijn. De vervuiling vindt plaats door personen die zelf uit het binnenland komen, omdat ze erin geloven dat het illegaal of legaal zoeken van goud het enige mogelijke middel van bestaan is in die contreien. Dit laatste is een grove misvatting, maar de regeringen van Suriname hebben nagelaten om de plaatselijke bevolking bewust te maken. Nu is er een bericht dat Chinezen in het binnenland met cyanide bezig zijn naar goud te zoeken. Deze goudzoekers zouden zijn gewezen op hun misdaad tegen het milieu en men heeft verklaard in het nieuws dat hun verweer is dat zij alleen op deze manier goudzaken doen. De klok wordt geluid door de klimaatactivist Erlan Sleur en het is jammer om te mogen vernemen dat deze activist bij de milieuautoriteiten niet geliefd is en ook niet serieus wordt genomen. De stichting Stinasu reageert zeer voorzichtig op de vraag van de pers of er met cyanide goud wordt gemijnd en wil binnen in het beschermde Brownsberg Natuurpark. Ook Nimos neem zoals altijd een laffe houding aan. Van deze 2 instituten is bekend dat ze altijd gaan zoeken wat het politiek correcte antwoord is op het moment en dan pas komen ze met een oordeel. Dus nu is het voor deze 2 organisaties even aanvoelen wat hoe deze regering tegenover de vervuiling staat en dan pas gaan ze reageren … altijd neutraal en afgestemd op de gevoelens van de regering, nooit tegen die gevoelens. Immers, banen moeten niet op de tocht komen. Deze laffe houding zijn we al decennia gewend. Het zijn altijd ook buitenlanders die de ravage en vernietiging ontdekken, een deel heult mee en de rest van Suriname is passief, bang om de mensen die regeren tegen zich te krijgen. Er is een mijn waar met cyanide wordt gewerkt en die zou naar verluidt op ongeveer een kilometer liggen van de Irenevallen. De werkwijze van werken met cyanide is als volgt: eerst wordt kwik losgelaten op de verpulverde aarde om ruwgoud te ontdekken. Daarna wordt nog eens cyanide gebruikt om wat gemist is toch nog te vinden. Sleur waarschuwt voor de potentiele mogelijkheid van de vervuiling van grondwater met cyanide. Cyanide is zeer gevaarlijk en er zou een Chinese versie gebruikt worden die bekend is als jinchang. Eerder werd al in 2019 melding gemaakt van het gebruik van cyanide in het zuidoosten van Suriname door de Surinaamse en Frans-Guyanese autoriteiten. Waarom er geen maatregelen zijn getroffen heeft maar 1 verklaring: grootschalige corruptie op het hoogste niveau van de regering. Suriname wordt in een periode van neo-imperialisme nu gezegend met een nieuw novum: jinchang. De Surinaamse natie moet de schenkers van deze gunst dankbaar zijn is een deel van de opvatting in Suriname. We vragen de regering om radicaal deze zaak aan te pakken en de vernietiging die door externe krachten plaatsvindt door uitholling van de monetaire situatie en van de economie in het belang van economieën elders duizenden kilometers ver een halt toe te roepen.