De overwinningszegepraal van de marron

Een leerkracht die in het binnenland heeft onderwezen: “Ik heb een aantal jaren in het binnenland gediend. Wonen in het binnenland wordt door mensen uit de stad niet als comfortabel beschouwd. Maar ik heb gedurende mijn boslandperiode goed geleefd, genoten, onderwezen en geleerd. Maar ik heb het gevoel nooit kwijtgeraakt dat ik een buitenstander was.”

Vrijheid bevochten

“Volgens mij heeft het niet zo zeer te maken met cultuur, etniciteit of racisme. Het is trotse overwinningszegepraal. Zij domineren het binnenland. De loweman heeft zijn vrijheid bevochten. Het binnenland werd letterlijk en figuurlijk veroverd. De vredesakkoorden kenden door de vrijheidsstrijders veroverde delen van het land toe aan deze categorie landgenoten.”

Afro-Surinamer paraplubenaming

“Suriname wil misvattingen verbreken, een orde die nieuwe woorden wil. Voorheen was er sprake van creool en bondslandcreool. Om geen verschil te maken, om onderscheid te vermijden tussen Surinamers van Afrikaanse afkomst, werd de paraplubenaming ‘Afro-Surinamers’ bedacht. Maar dit bevolkingssegment wordt beschouwd als twee bevolkingsgroepen.  Eén etnische groep, maar in tweeën gesplitst. Het heeft er veel van, dat de benaming Afro-Surinamer ingang kreeg om het woord neger te vermijden.”

Gemengd bloed

“Het dekolonisatieproces bracht ook de typering ‘gemend bloed’ met zich mee voor diegenen, die geen creool genoemd willen worden. Zo kwam er nog een bevolkingscategorie, nog een hokje erbij. De stadscreool is vermengd. Je kan het marron zijn door biologische vermenging ontgroeien. Ik vraag mij af of een creool of andere etniciteit boslanddignitaris kan zijn? Granman worden?”

Integratie tussen marron en creool

Om meer klaarheid te krijgen in het sentiment van Surinamers van Afrikaanse-afkomst werd landgenoot Iwan Brave, die ‘aangetrouwd’ en vertrouwd is met de marrongemeenschap, benaderd om licht te laten schijnen over het onderwerp. Brave: “Marronpolitici moeten niet de denkfout maken dat ze politiek-materieel nog veel in te halen hebben ten opzichte van andere etnische blokken, want dan blijf je hangen op het niveau van partijbelang en dat brengt geen ontwikkeling. Dat marrons en creolen een eigen maatschappelijke en culturele identiteit hebben, is een feit. Maar het is bedenkelijk dat ze als bevolkingsgroep worden opgesplitst. Wij zijn allen van Afrikaanse afkomst.”

Leefomgeving

Brave leeft in gezinsverband met zijn Saramaccaanse vrouw, Nestha Doekoe, en drie kinderen. “De kinderen praten onderling volop Saramaccaans en ik stimuleer dat ook. Waarom zou ik ze hun mooie rijke taal afnemen voor het Nederlands. Saramaccaanse kinderen zijn welbespraakt en hebben goede kennis van hun leefomgeving. Ze weten veel over planten, dieren en hoe landbouw te bedrijven. Zij kunnen zo tientallen vissen en planten bij naam noemen.”

Nuttige bezigheid

“In het binnenland en in eigen kring houden kinderen zich bezig met nuttige zaken, zijn talentvol, creatief en vaardig in kunstnijverheid. Zij hebben de tembe-kunstzinnigheid in zich. Deze kennis en vaardigheden worden niet gebruikt en verder ontwikkeld als ze naar school gaan, want de lesstof sluit niet aan bij de belevenissenwereld van het Saramaccaans kind. Er is ook sprake van een taalbarrière. Hierdoor gaat veel talent voor het land verloren.”

Inhaalslag

“De marrons zijn bezig politiek een inhaalslag te maken en hebben afgelopen decennia mede regeermacht gehad. Maar het binnenland is er qua ontwikkeling niet wezenlijk op vooruitgegaan. Natuurlijk is het niet onbelangrijk dat bijvoorbeeld de weg naar Atjoni is geasfalteerd, maar de ontwikkeling loopt nog ver achter.”

Spijkers met koppen slaan

“Het is mooi en nobel dat vicepresident Brunswijk uit eigen zakken schoolmeubilair schenkt aan een school in Moengo en studiekosten van een aantal studenten in het buitenland op zich neemt. Maar dat maakt geen indruk op mij. Hij en zijn partij moeten ervoor zorgen dat onderwijskansen niet afhankelijk zijn van donaties van een particulier. Er moeten spijkers met koppen worden geslagen. De Abop dient af te dwingen dat er gedegen ontwikkeling plaatsvindt in Suriname, het binnenland niet te vergeten. Elektriciteitsvoorziening en goed onderwijs zijn dus daarbij heel belangrijk.”

Het kiesstelsel staat ter discussie.

“De marronpartijen hebben nu een groot deel van de zetels van het binnenland weten binnen te halen. Maar dat is geen reden om op je lauweren te gaan rusten. De Abop moet komende vijf jaren daadwerkelijk voor ontwikkeling zorgen in het binnenland en laten zien dat zij er ook is voor alle Surinamers. Zo niet, dan zou het kunnen gebeuren dat haar positie gaat tanen en de partij weer krimpt.”

Het kiesstelsel staat ter discussie

“Brunswijk en de zijnen moeten zich ook niet wanen dat de Abop op vaste politieke grond staat en zondermeer zal blijven groeien. Want het kiesstelsel staat ter discussie, nu meer dan eens. De partij zal er alles aan moeten doen, ervoor moeten zorgen dat er verandering en ontwikkeling komt, zodat zij stevig op haar benen staat. Over 5 tot 10 jaar moet het niet nog steeds zo zijn dat grote dorpen verstoken zijn van elektriciteit en goed onderwijs. Ook de andere partijen zullen zich moeten inzetten om het hart van Suriname voor zich te winnen.”

De zwarte cultuur

“Ik hoor vaak mensen bezorgd zeggen dat de zwarte cultuur verwatert ten opzichte van andere culturen in Suriname als het om tradities gaat. Los van dat ik daar niet wakker van lig, deel ik die zorg geheel niet. De traditionele zwarte cultuur leeft volop in het binnenland. Maar velen vliegen liever naar het buitenland. Ook de politieke en maatschappelijke opkomst van de marrons zie ik als een redding voor de Afro-gemeenschap.”

HD

error: Kopiëren mag niet!