Vicepresident Ronny Brunswijk heeft gedupeerde medewerkers van Greenheart Group verzekerd dat het vonnis tegen het bedrijf wordt uitgevoerd. Het vonnis welke de rechter heeft uitgesproken is dat het houtbedrijf aan 22 gedupeerde arbeiders lonen uitbetaald vanaf de periode dat zij buiten functie zijn gesteld. Volgens de vicepresident dient een rechterlijk vonnis te worden uitgevoerd. En dient het
buitenlands bedrijf deze ook te doen en niet te sollen met het Surinaams
rechtssysteem. Op dinsdag 20 oktober hebben medewerkers van Greenheart Group uit Apoera een petitie aangeboden aan de VP. In de Petitie wordt aangegeven dat 22 medewerkers die op arbeidsovereenkomst in dienst zijn van het bedrijf,
het verzoek hebben gedaan voor adequate zuurstof/stofmaskers voor het uitoefenen van hun werkzaamheden. Deze maskers zijn nodig vanwege de grote hoeveelheid stofdeeltjes die vrijkomen tijdens het snijden en vervoeren van hout en houtproducten. Echter heeft het bedrijf dit verzoek afgewezen en heeft het bedrijf als reactie daarop eerst een eenzijdige arbeidsovereenkomst opgesteld waarbij de werknemers verplicht werden gesteld, zich binnen 48 uur op het werk te begeven.
Vanwege het gevaar voor de gezondheid hebben de werknemers besloten niet te
verschijnen. Daarna werd door het bedrijf aan deze 22 werknemers ontslag aangezegd. De Greenheart Group Werknemers Organisatie heeft een zaak aanhangig gemaakt aan het houtbedrijf en werd door de rechter in het gelijk gesteld. Volgens de uitspraak van de rechter moet het bedrijf aan de medewerkers de achterstallige lonen uitbetalen. Omdat het bedrijf hier geen werking van maakt heeft de bond besloten hulp te zoeken bij de Surinaamse Overheid. VP Brunswijk heeft zijn volledige ondersteuning toegezegd en zal op kort termijn samen met de regering werken aan een oplossing voor deze kwestie. Hij zegt dat hij ervoor zal zorgen dat Greenheart Group het rechterlijk vonnis uitvoert.
Directoraat Volkscommunicatie