Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking heeft zaterdag tijdens een persconferentie met de presentatie van een video de VN-Week gelanceerd. Gedurende de week van 19-24 oktober zullen op nationaal niveau activiteiten ontplooid worden om de aandacht op de VN te vestigen, zo schrijft de Communicatie Dienst Suriname.
‘Als een organisatie zolang bestaat vergeet men gauw welke goede dingen ze allemaal heeft gedaan’, sprak de minister. Tijdens de persconferentie werd het belang van de Verenigde Naties benadrukt voor de wereld, alsook voor Suriname. De wereld heeft conflicten gekend waarin de organisatie zich sterk heeft gemaakt voor dialoog en vrede.
Minister Ramdin ging in op de activiteiten tijdens de VN-Week. Maandag vindt de lancering plaats van een videoproductie waarin diverse functionarissen aan het woord komen en vertellen over hun bijdrage binnen de organisatie. Daarna komen er lesbrieven voor het basisonderwijs, om leerlingen bewust te maken van de rol van de VN. Er komt een muurschildering op het complex van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, die de Sustainable Development Goals tot uiting zal brengen.
Minister Ramdin zei verder, dat gedurende de VN-Week het educatieve gedeelte ruime aandacht krijgt.
Een historisch moment zal zijn de toespraak van president Chandrikapersad Santokhi in de Assemblee vrijdag 23 oktober in een buitengewone openbare vergadering. Een ander interactief moment is een high level dialoog waarin diverse zogenoemde stakeholders zich zullen uiten. In een panel zullen onder meer de ministers van Onderwijs en van Arbeid, een vertegenwoordiger van de VN en de Sociaal Economische Raad (SER) deelnemen aan het debat. Het debat zal virtueel gevolgd kunnen worden.
Verder is er een verzoek gedaan om in de VN-Week alle overheidsgebouwen in het blauw te belichten. Deze kleur is volgens de minister de kleur van de VN, maar ook van de vrede. De bewindsman zei trots te zijn, dat Surinamers door de jaren heen niet alleen in de VN gezeten hebben, maar gekozen zijn om in commissies een belangrijke job te doen.