Frans bedrijf Lazard steunt regering bij herschikking schulden en overleg met IMF en Wereldbank
De regering Santokhi-Brunswijk heeft donderdagochtend tijdens een persconferentie een update gegeven inzake de crisisbeheersing. President Chandrikapersad Santokhi ging uitgebreid in op de genomen maatregelen om de staatskas uit de rode cijfers te halen en het volk uit de crisis.
‘Een pakket aan maatregelen is gestuurd naar de Sociaal Economische Raad (SER), de Raad van Vakcentrales in Suriname (Ravaksur) en de Vereniging van Economisten in Suriname (VES). De SER heeft de regering gecomplimenteerd met haar gedurfde stappen, maar wil meer tijd om advies te geven aan regering. Wij hebben haast als regering, omdat het volk haast heeft, het volk is ongeduldig en dat oefent druk uit op de regering. We willen maatregelen in goed overleg, integraal, coherent uitvoeren. We doen een beroep op partners, sociale partners, om rekening te houden met de druk op de samenleving.’
‘We hebben maandag gesproken met Ravaksur en een beroep gedaan om de regering te ondersteunen, ons goede adviezen te geven. Ravaksur vraagt twee weken de tijd om te reageren. Woensdag is gesproken met de voorzitter van C-47, Robby Berenstein, en deze week zal met de CLO (Centrale van Landsdienaren Organisaties) worden gesproken over de door de vorige regering overeengekomen salarisverhoging van de ambtenaren.’
Santokhi benadrukte maar weer eens hoe zwaar de Oppenheimer-lening drukt op de begroting en de samenleving. ‘Voor eind oktober moet meer dan 26 miljoen Amerikaanse dollar aan rente voor de Oppenheimer 1 lening. We zoeken oplossingen. We hebben met het Franse bedrijf Lazard (www.lazard.com), overeenstemming bereikt. Dat bedrijf wordt ingehuurd om ons te assisteren bij het herschikken van schulden. De prioriteit ligt bij de twee zware Oppenheimer leningen. Maar, het bedrijf gaat ook ondersteuning bieden bij de onderhandelingen met het IMF, Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en de Wereldbank. Lazard heeft al met succes bijstand verleend aan Ecuador en Argentinië en aan onder andere Haïti en Trinidad en Tobago.’