“Ik ben zakelijk, doe geen waardeoordeel”
Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business & Ontwikkelingssamenwerking zegt desgevraagd in gesprek met Dagblad Suriname dat de brief van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, aan de Tweede Kamer was gericht en niet aan Suriname. De Tweede Kamer is te vergelijken met De Nationale Assemblee in Suriname. In die brief geeft de Nederlandse minister een uitgebreide uiteenzetting van het Nederlands beleid naar Suriname toe. Over de vicepresident van de Republiek Suriname, Ronnie Brunswijk, wordt het standpunt ingenomen dat contact tot het noodzakelijke zal worden gehouden. De brief heeft voor veel controverse gezorgd in Suriname.
Bezig met herstarten relatie
Minister Albert Ramdin heeft na het openbaar worden van de brief aan lokale media gezegd verrast te zijn. Dat deed bij velen de wenkbrauwen fronsen, gelet op het feit dat minister Ramdin nog eind augustus geweest is Nederland voor een formele bespreking met zijn Nederlandse collega’s. Tegenover Dagblad Suriname geeft de minister aan dat deze kwestie geen onderdeel van de formele agenda tijdens zijn bezoek aan Nederland is geweest. “We bezig zijn met het opbouwen, weer opstarten van een relatie. Dan hoop je dat er geen zaken zijn die dat proces onnodig anders beïnvloeden.”
Gericht naar Tweede Kamer
Verder stelt de bewindsman dat de brief niet aan ons was gericht, maar aan de Tweede Kamer. “Het is een standpunt van de Nederlandse regering. In de brief wordt ook aangegeven dat de heer Ronnie Brunswijk bij de verkiezingen winst heeft bepaald en als vicepresident is gekozen. Aan onze kant is de realiteit dat beleid in eenheid wordt geformuleerd, onder leiding van de president en met input van de president. Zoals u weet ligt de verantwoordelijkheid voor het buitenlands beleid in eerste instantie bij de president”, stelt minister Ramdin. “Het beleid wordt geformuleerd door de president met input van de regering. We leven in een democratisch land en respecteren de uitkomst van de verkiezingen en de verkiezing van de vicepresident.” Op de vraag van Dagblad Suriname hoe de minister het standpunt van zijn Nederlandse collega ervaart, en of hij via diplomatieke kanalen zijn misnoegen kenbaar zal maken aan politiek Den Haag is de minister kort. “Ik ben zakelijk met dit soort zaken. Ik doe geen waardeoordeel”, stelt de minister.
Gesprekken met minister Stef Blok
Eerder gaf de minister aan Dagblad Suriname te kennen dat na het aantreden van de nieuwe regering, president Chan Santokhi en de Nederlandse premier Mark Rutte gesproken hadden. Die gesprekken worden voortgezet. “Bij mijn bezoek aan mijn Nederlandse collega zullen wij een paar uren van gedachten wisselen over belangrijke kwesties tussen de twee landen. De gesprekken moeten ertoe leiden dat de relatie hersteld wordt en dat er geen spanningen zijn tussen de twee landen. De relatie moet gebaseerd zijn op goede intenties. We willen deze relatie goed maken.” Ramdin stelde verder dat het belang van Suriname centraal staat. Dat is het leidraad van het bezoek van de minister aan Nederland. Ramdin, een ervaren diplomaat, gaf aan dat in de afgelopen 10 jaar er zeker sprake is geweest van een verslechtering wat betreft het beeld van Suriname in Nederland.
Perceptie verbeteren
Minister Ramdin stelde dat de perceptie van Suriname in Nederland moet verbeteren. Dat is een van de doelen die de minister gesteld heeft. “Het beeld van Suriname als drugsland en vol van corruptie moet gaan veranderen. Je kan Suriname niet zo kwalificeren, want lang niet eenieder is zo. Er is een duidelijke boodschap voor Nederland: er waait een nieuwe wind in Suriname. Wij willen op een serieuze manier gaan werken en de band aansterken.” Over de gewraakte uitspraak van de Nederlandse minister Blok, waar hij Suriname een failed state noemde, zegt minister Ramdin: “Kijk ik ben persoonlijk tegen het plaatsen van labels. Elk land is in een bepaald opzicht een failed state. Soms zijn er uitzichtloze situaties en dan zegt men in dat opzicht failed state. Maar ook de goed ontwikkelde landen hebben grote problemen, bijvoorbeeld discriminatie. Dus dat zou men niet moeten doen.”
Asad Mushtaq