Verborgen in een afgesloten mijnschacht in het Duitse Ertsgebergte zou zich de grootste nazischat ooit bevinden. Drie schattenjagers stellen de specifieke locatie te kennen. Het verhaal doet sterk denken aan de Duitse goudtrein die zich in een Poolse mijn zou bevinden.
Het gaat dan ook om dezelfde, vooralsnog hypothetische, schat. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn historici, archeologen en amateur-schattenjagers op zoek naar een verdwenen konvooi met oorlogsbuit. Aan boord zou zich het originele interieur van de beroemde Barnsteenkamer in Sint-Petersburg bevinden. De waarde wordt geschat op 250 miljoen euro.
De Barnsteenkamer werd in 1941 gedemonteerd door Duitse soldaten. De met barnsteen en bladgoud bedekte panelen uit de tijd van tsaar Peter de Grote werden naar Koningsbergen – vandaag de Russische enclave Kaliningrad – gebracht. Daar loopt het spoor dood.
Historici vermoeden dat de panelen verloren gingen in het oorlogsgeweld. Ofwel tijdens een bombardement van geallieerden op Koningsbergen, of later, tijdens Russisch artillerievuur op de stad. Zekerheid over de vernietiging van de buit bestaat niet. Gelukszoekers zijn ervan overtuigd dat de oorlogsbuit door de Duitsers voor het oprukkende Rode Leger in veiligheid werd gebracht, ergens in een verlaten mijn.
De Barnsteenkamer werd eind vorige eeuw gereconstrueerd. Sinds 2003 is de kamer opnieuw te bezoeken in Catharinapaleis nabij Sint-Petersburg.