Tijdens het bezoek van de president van de Republiek Suriname, met in zijn kielzog als zijn entourage zijn vrouw, de vp en 10 ministers, is het een en ander misgegaan. De entourage is het gevolg van de president, ze volgen de president en lopen achter hem aan, ook de vp. De misslagen in het weekend hebben te maken met een organisatie vanuit het kabinet van de president, die nog vaak hapert en leden van zijn entourage die hun rol die hen is toebedeeld in de grondwet niet hebben begrepen. De regeringscoalitie bestaat uit 4 partijen, waarvan 2 kleine (NPS en PL) en 2 grote (VHP en Abop). De verhouding qua zetels in DNA en qua stemmen laat zien dat de VHP op alle 2 fronten vele malen groter is dan de Abop, respectievelijk 2½ en 5 maal groter. Die verhouding heeft gemaakt dat de VHP de president moest leveren en de Abop de vp. En dan ontstaat een zeer interessante situatie, eentje die getypeerd moet worden als een gezagsverhouding tussen de president (die de ‘baas’ is) en de vp (die de ‘knecht’ is). Dus waar in de politieke coalitie alle 4 voorzitters gelijkwaardige partners zijn met een grote broer (de VHP-voorzitter), ontstaat er in de regering tussen de 2 grotere voorzitters een gezagsverhouding. Een gezagsverhouding betekent dat de ene (de president) redelijke opdrachten en instructies binnen de kaders van het staatsrechtelijke mag geven en dat de andere (de vp) deze redelijke opdrachten en instructies niet mag weigeren uit te voeren. Hebben we in onze politiek-staatsrechtelijk verleden zo een situatie van ondergeschiktheid tussen 2 coalitiepartijvoorzitters gehad? Voor zover wij weten niet. In de NF-periode heeft de VHP deze ondergeschiktheid van de partijvoorzitter vermeden, door het voorzitterschap van DNA op zich te nemen. Zo is de vervelende situatie van ondergeschiktheid vermeden en ontstonden er vanuit de regering geen wrijvingen in de politieke relatie in de coalitie. In de huidige regeercoalitie heeft de voorzitter van de Abop door zelf te gaan voor het vp-schap, een zeer vervelende situatie gecreëerd in de regering, en hoofdzakelijk voor zichzelf. Hij heeft zich ondergeschikt gemaakt aan de president. En de vraag rijst of hij dat genoeg beseft (geeft).
De Abop-voorzitter is namelijk onafhankelijk geweest, altijd. Hij gaat altijd zijn eigen weg op. Hij is de ‘Kownu fu Marwina’. Een koning is de hoogste titel in een staat, hij kan nooit ondergeschikt zijn aan een andere burger. Maar als we kijken naar onze grondwet, dan zien we dat de vp niets anders is dan een plaatsvervanger en een loyale handlanger van de president. Meer dan een plaatsvervanger en een loyale handlanger is hij niet. De vp draaft op als de president hem daartoe de opdracht heeft, overal en te allen tijde. De vp wordt 1 maal 24 uur gedirigeerd door de president. Meestal is het contact door het drukke schema over meetings en sessies ook niet persoonlijk vanuit de president, maar via zijn kabinet naar de vp of naar diens kabinet. Als we goed kijken naar de grondwet dan heeft de vp hoegenaamd geen enkele zelfstandige bevoegdheid dan de raad van ministers voor te zitten. De president echter is nergens uitgesloten om zijn eigen raad van ministers met de vp te beleggen en daarin besluiten te nemen of instructies te geven. De vp is dus eigenlijk niets meer dan een aanhangsel en een vervanger van de president, zijn handlanger. De laatste vp’s vanaf 1987 hebben zich ook keurig in deze rol van ondergeschiktheid aan de president gedragen. De vp is formeel ‘zijne excellentie’, maar de echte zijne excellentie in ons staatsbestel is de president. ‘Is niet wij zeggen dat’, maar dat vloeit voort uit onze grondwet. Alles van de vp aan bevoegdheden en taken is namelijk afgeleid van die van de president. Dat moet onze president beseffen, dat hij de meerdere is van de vp. De vp op zijn beurt moet ook beseffen, dat hij gekozen heeft om ondergeschikte te zijn van zijne excellentie de regeringsleider en het staatshoofd.
En onder de staatsrechtelijke omstandigheden hierboven geschetst, kan het nooit mogelijk en toegestaan zijn dat de vp de show steelt en zijn baas de president voor schut zet. Het kan nooit zo zijn dat hij de president, die ook het staatshoofd is, laat wachten en zijn programma in de war gooit. De leden van de regering moeten een ding wel goed beseffen. De agenda van de president (lees: zijn werkschema) is de hoofdagenda van de regering. Alle andere agenda’s zijn daaraan ondergeschikt. Alle andere leden van de regering dienen zich te schikken naar de hoofdagenda van de president.
De vp van Suriname, de Kownu fu Marwina, die gewend is om baas te zijn van zijn eigen agenda, heeft gekozen om dat niet meer te zijn. Zijn agenda is nu ondergeschikt aan die van de president. We hopen dat de vp dit alles heeft beseft en na ampele overwegingen de keus heeft gemaakt om in de ondergeschiktheid te gaan. In principe moet het lukken, maar je moet als mens zeer sterk in de schoenen staan, om als een ‘alpha male’, en dat zijn de partijvoorzitters over het algemeen in Suriname, in ondergeschiktheid te gaan bij een andere ‘alpha male’, want dat is de voorzitter van de VHP wel zeker. Het kabinet van de vp is met de grondwettelijke verhoudingen ook ondergeschikt aan het kabinet van de president. Het kabinet van de vp wordt gedirigeerd door het kabinet van de president, uiteraard met inachtneming van de fatsoensnormen en het wederzijds respect, dat hoge ambtenaren als onderdeel van één en dezelfde regering naar elkaar toe dienen te hebben.
Het is duidelijk dat de president orde op zaken moet stellen op zijn kabinet. Hij moet sterke protocol-functionarissen met goed getrainde uitvoerders in dienst hebben. Het kader is er wel aanwezig. Het hoofd van de Communicatiedienst moet niet met protocol worden belast. Hij treedt alleen op als mc, als moderator, als woordvoerder, als focal point naar alle mediahuizen en voorlichtingsafdelingen van alle ministeries of als hoofdinterviewer van de president. Meer moet van hem niet worden verwacht. Ook wat de Communicatiedienst betreft is het kunnen optreden als mc etc.. nog niet genoeg om manager te zijn van de Communicatiedienst van de regering. Deze functionaris dient een academische graad in de mediawetenschappen te hebben of hij moet tenminste politicologie hebben gestudeerd. We hopen dat de lelijke protocolblunders achterwege blijven en dat de vp zich schikt naar de agenda van de president. Zo is het vanaf 1987 altijd geweest en zo behoort het ook te zijn. Laten we van ons mooi land geen bananenrepubliek maken, want dat verdienen wij als burgers van het land niet. Laten we ons beginnen als een groot land te gedragen, een land dat straks een van de grote oliespelers in de regio wordt, een land dat straks misschien ook nog schittert op het WK, als een toekomstig hooginkomensland.