“We moeten uiteindelijk wel werken, maar het lijkt nu alsof wij voor onze straf moeten werken”, zegt een burger. “Je werkt dertig dagen lang en het salaris dat je krijgt gaat in een dag op als je niet oplet. Ook al heb je een bijbaantje, toch wordt het zwaarder, want er zijn daar ook andere uitgaven die jij moet doen om je business tot een succes te maken.” De burger, die ook meedeed aan de verkoop van groente, gaf aan dat zij door de verhoging van de benzineprijs gedwongen werd haar verkoop deels te stoppen. “De situatie is nu een beetje stabiel wat het virus betreft, dus het werk is normaal begonnen. De eerste twee weken na de totale lockdown probeerde ik nog mee te doen aan de verkoop, maar het ging daarna slapper. Vroeg ‘s morgens leverde ik de bestelde groente en in het weekend verkocht ik net voor mijn huis. Ik kan nu geen bestellingen meer leveren in de ochtend, want ik ben nu gedwongen alleen naar het werk en weer naar huis te gaan. Als alleenstaande moeder probeer ik toch nog opties te creëren om nog te verdienen, maar het lijkt alsof dat toch niet mag. Het lijkt alsof er verwacht wordt dat wij met gestrekte handen en op onze knieën moeten vallen om hulp te vragen. Ik vind dit heel jammer. Ik denk hierbij niet alleen aan mijn kinderen, maar andere mensen die het nog moeilijker hebben. Hoe moeten zij het overleven?”, benadrukt de burger.
Een andere burger die ook meedoet aan de verkoop, besloot helemaal niet te stoppen met de verkoop, maar liever om de twee dagen te verkopen. “Al heb ik een vaste baan, ga ik toch proberen iets voor mijzelf neer te zetten. Ik zie mijn tweede baan als een back-up en iets dat mijn kinderen misschien over kunnen nemen. In het leven ga je moeilijke wegen tegenkomen, waarbij je vaak genoeg gaat vallen. Maar op een punt ga je moeten opstaan om het beste van te maken. Ik ga ook niet kunnen stoppen met de verkoop, want er zijn ook mensen in mijn buurt die rekenen op mij, dus hun in de steek laten omdat het moeilijk wordt, ga ik niet doen”, aldus de burger.
TM