Het aantal actieve cases is in Suriname drastisch aan het dalen geweest in de afgelopen twee weken. Het aantal zal naar het schijnt deze week duiken naar onder de 100 gevallen. Het aantal mensen in de ziekenhuizen en in de intensive care units zijn ook flink gedaald. Intussen merken wij dat er een verdere versoepeling wordt toegestaan van het openbaar maatschappelijk verkeer. Bedrijven worden steeds meer toegankelijk en gaan open en ook het openbaar vervoer is weer actief sinds enkele dagen. Naar verluidt gaat een dezer dagen ook het luchtruim open. We hebben deze beweging in andere landen gezien. Het lijkt dan alsof het Corona-virus in het land bijna is verdwenen of zal verdwijnen, burgers beginnen dan minder voorzichtig te worden, de social distance wordt niet meer in acht genomen en dan komt er een tweede of een derde golf. In Suriname is dit de tweede golf die aan het verdwijnen is. Door de infectioloog Vreden is aangegeven dat de daling van de besmettingen te maken heeft met de bevoegde autoriteiten die begonnen zijn met het afdwingen van de naleving van de regels die door de overheid zijn afgevaardigd. Feesten zouden nu uit elkaar worden gedreven. Het kan kloppen wat de gewaardeerde infectioloog beweert, maar we zien nog steeds in bijvoorbeeld het district Wanica na 20.00 uur ’s avonds auto’s met luide muziek nog over straat rijden. Ze rijden ook politieauto’s langs maar we zien dat de politie de mensen met rust laat. Dus het is nog niet wat het wezen moet met het afdwingen van de regels door de politie. We moeten nu ervoor oppassen dat we niet een derde golf van gevallen in Suriname krijgen. We merken dat de Surinamer weer aan het verslappen is. Mensen geven nu brasa’s aan elkaar. Er zijn velen die denken dat Suriname nu eruit is, maar dat is helaas nog niet zo.
Op de eerste dag van het opengaan van het openbaar vervoer, enkele dagen terug, hebben veel burgers geklaagd dat de chauffeurs niet erop staan dat de klanten/passagiers de regels naleven. Er zijn ook klanten/passagiers die zich niet aan de regels houden. De klacht is dat de afstand tussen de mensen in de bus te klein is. Daarnaast zijn er passagiers die hun mond- en neuskap niet op willen zetten omdat ze daardoor zeggen niet te kunnen ademen of ze zeggen dat het niet nodig is omdat ze bij het raam zitten. Dan zijn er passagiers sommigen die bij het instappen weigeren om hun handen te ontsmetten. Er zijn chauffeurs die de passagiers wijzen op de regels, maar er zijn burgers die persisteren en weigeren om de regels na te leven. Maar er zijn ook chauffeurs die niet opletten en de sociale controle overlaten aan de medepassagiers. Zo ontstaan er dan conflicten tussen passagiers. Ingewijden in de branche zeggen dat chauffeurs niet altijd in de positie zijn om maatregelen te treffen tegen passagiers. Het uit de bus zetten van passagiers kan een fysieke dus gevaarlijke zaak worden en men wil het risico van een gevecht of een schietpartij niet nemen. Het is dus eigenlijk een riskante zaak om een bus te nemen, omdat passagiers (lees: de man van de straat) niet altijd bereid is om zich aan de regels te houden. Dat zijn dan de zeer asociale burgers van het land die geen rekening houden met hun medeburgers.
De gezondheidsautoriteiten worden bij deze aangeraden om de alertheid te blijven aanhouden. Er moet strenger dan voorheen gelet worden op de social distance en de politieambtenaren moeten eigenlijk een incentive krijgen elk kwartaal voor hun inzet bij het afdwingen van de Corona-regels. Als we afgaan op wat de infectioloog Vreden aangeeft dan zou er wel degelijk een verband zijn tussen het aantal besmettingen en het afdwingen van de regels door en het optreden van de politie. Dat betekent dat de minister van Volksgezondheid een spoedoverleg moet hebben met de minister van Juspol waar de korpschef best wel erbij moet zijn. De politie moet nu strenger gaan optreden en dan kunnen wij wel verantwoord overgaan tot meer business. Als de verslapping intreedt en we straks weer een stijging van de besmettingen meemaken, dan zal dat betekenen dat weer bedrijven gesloten moeten worden en dat er strenge lockdowns komen. Dat kunnen we wel met zijn allen vermijden. Een groep die het in de afgelopen periode zeer zwaar heeft gehad is die van de verplegenden. Wereldwijd heeft deze groep te maken gehad met een grotere werkdruk en heeft men binnen zo een korte tijd nooit zoveel menselijk leden en sterfte achter elkaar gezien. Dit alles legt een fysieke en mentale druk op deze beroepsgroep, maar ze zijn doorgegaan en hebben de lasten gedragen maanden achter elkaar. Met minder besmettingen en minder hospitalisaties heeft deze groep ademruimte en moet bekeken worden om de groep nu wel rust te gunnen zodat ze kunnen rechargen. En dan hopen dat de druk nooit meer wordt zoals het was. In elk geval willen wij de verplegenden en de artsen waarderen en hulde brengen voor hun zware inzet de afgelopen maanden.