Er is een schok door de samenleving gegaan gisteren toen bekend werd gemaakt dat de benzineprijzen aan de pomp flink omhoog zijn gegaan. Op verschillende plekken is met verbazing, verslagenheid en teleurstelling gereageerd op het resultaat van de verhoging van de benzineprijzen. De brandstofbeschikkingen zijn gisteren formeel uitgebracht. Deze beschikkingen geven de toestemming aan verschillende bedrijven om tegen een maximumverkoopprijs (consumentenprijs) brandstof (diesel, ongelode benzine zonder additieven en unleaded) te distribueren, waaronder behoort het vanaf de pomp aan de man te verkopen. Door de regering is aangegeven is aangegeven is sommige gevallen dat door de fluctuerende trend van de wereldmarktrijs voor brandstof het noodzakelijk is geweest om nieuwe maximumrijzen (consumentenprijzen) voor brandstof gedistribueerd door de bedrijven vast te stellen. Bij 1 bedrijf is gewoon vastgesteld dat het noodzakelijk is om de maximumverkoopprijs vast te stellen. Er zijn verschillende prijzen per beschikking vastgesteld voor Rubis, Gow2 en Sol Suriname. Er zijn prijzen uitgegeven en dan weer ingetrokken en dan zijn in de plaats nieuwe bijgekomen. De prijzen bij de maatschappijen verschillen behoorlijk van elkaar. De prijzen variëren van SRD 10.81 tot SRD 11.40. Beweerd wordt dat de eigenlijke reden voor de aanpassing niet is ‘de fluctuerende trend van de wereldmarktprijs’ maar de unificatie van de wisselkoers voor de dollar in Suriname. Bij de import van verschillende goederen waar de centrale bank een hand in heeft, is het niet uitgesloten dat een CBvS-koers van 7.52 is gebruikt, terwijl de zwarte marktkoers al rond het dubbele lag en ook was het toegestaan aan de commerciële banken om een hogere koers te hanteren van rond de 14. Wanneer deze laatste koers zou worden gebruikt voor het importeren van de olie, dan zou dat bij de unificatie van de wisselkoers niet leiden tot een wezenlijk verschil in de prijs. Een deel van de olie is Surinaams fabricaat, maar de kans is er dan dat de prijs gedollariseerd is en verrekend wordt naar de SRD op basis van een bepaalde koers die waarschijnlijk lager lag dan de unificatiekoers van 14 nu voor de dollar. De verhoging van de olieprijs is naar verluidt het gevolg van de officiële devaluatie van de Surinaamse munt. De officiële devaluatie/depreciatie van de munt een dezer dagen is ca 100%. De vraag is bij de burgerij gesteld of door de unificatie van de wisselkoers het nodig was voor de bedrijven die brandstof verkopen om meteen op het maximum te gaan zitten voor olie dat men toch nog goedkoper heeft ingekocht per liter. Er is door de regering naar het ons schijnt vooruitlopend op het op de markt komen van duurdere olie (als gevolg van de unificatie van de wisselkoers) toestemming verleend om in de voorkomende gevallen uiterlijk tegen de maximumverkoopprijs aan te zitten. In de bunkers ligt er nog goedkope olie dat nog tegen de oude prijs moet worden verkocht. Het is voor de burgerij onbegrijpelijk waarom het toegestaan of gedoogd wordt dat voor goedkoop ingekochte olie een duurdere SRD-prijs bij de pomp wordt gevraagd. De pompstations mogen de toestemming niet krijgen om voor olie die goedkoper is ingekocht een prijs te hanteren zodat men voldoende liquide middelen heeft om de duurdere olie die men in de toekomst zal moeten kopen, zal kunnen inkopen. Het voorhanden hebben van genoeg contant geld uit verkopen kan nooit de drijfveer zijn om prijzen te verhogen zodat men zonder te lenen inkopen kan doen. Dat moet door de Surinaamse regering nu wel bij wet worden verboden. Het gevolg zal dan zijn dat men voor inkopen, voor het geval door een hogere inkoopprijs men meer geld ter beschikking moet hebben, dat men de eigen reserves aanspreekt of in het uiterste geval geld leent. Dit soort leningen zijn bedrijfseconomisch verantwoord en normaal. De handelaren wentelen op deze manier het nadeel van een prijsverhoging in zijn totaliteit af op de consument. Het normaal bedrijfsrisico van een rente bij een lening wordt dan op deze vermeden. Men verhoogt de prijs en laat de consument de prijs betalen van het vermijden van rente. Omgekeerd komt het nooit voor dat handelaren prijzen verlagen omdat de inkooprijzen voor de toekomst zijn vastgesteld om te dalen. In dat geval blijft men de oude partij tegen de hoge prijs verkopen
De stijging van de olieprijs is enorm, het is met ca 50%. Het is onduidelijk of de verhoging van de prijs ook komt door een verhoging van de government take. De benzineprijs werd al door de burgerij als duur ervaren. Het moet wel onderkend worden dat er teveel auto’s zijn op de weg. Er zijn burgers die voor niemendal op straat zijn, bijvoorbeeld om lol te trappen. Er wordt teveel op en neer gereden ook met luid muziek. Door de prijsstijging kan het zijn dat de mensen die nodeloos op straat gaan, iets minder wordt. Ernstiger zijn de gevolgen voor de mensen die met een vervoer naar het werk gaan. Hun kosten om een loon te verdienen stijgen, waardoor er minder overblijft voor consumptie van zichzelf en het gezin. Ook de mensen die in de productie brandstof gebruiken (inclusief transport) gaan hun productie van goederen en diensten de rijs doorberekenen. Ook zullen mensen daarbij misbruik van de situatie maken. Er was veel ontevredenheid te merken gisteren bij de burgerij. Het valt te bezien straks hoe deze ontevredenheid zich vertaalt naar andere ontwikkelingen.