De VN heeft gisteren een heel belangrijke jaarlijkse herdenkingsdag geïntroduceerd: de International Equal Pay Day (Internationale Dag voor Gelijke Beloning). Deze dag wordt elk jaar op 18 september herdacht en is volgens de VN het bewijs van de waarde die de VN hecht aan alle vormen van discriminatie, inclusief de discriminatie van vrouwen op de arbeidsmarkt. De VN heeft in het kader van de eerste herdenking van deze dag benadrukt dat in alle regio’s in de wereld vrouwen minder worden betaald dan de mannen op de arbeidsmarkt. De VN schat dat er een betalingskloof tussen mannen en vrouwen (gender pay gap) is wereldwijd van ca. 23%. Daarin zijn dus de landen met de minste ongelijkheid en de landen met de meeste ongelijkheid meegenomen. De achterstelling van vrouwen is volgens de VN door hardnekkige historische en culturele gezagsrelaties (ondergeschiktheidsrelaties) die er bestaan tussen mannen en vrouwen, armoede onder de vrouwen en ongelijke toegang tot (productie)middelen en kansen. De VN heeft benadrukt dat de gap heel traag wordt ingelopen. In het Gender Pay Gap Report 2020 van het World Economic Forum (WEF) zal in het meest gunstige geval de betalingskloof tussen mannen en vrouwen ingelopen zijn over 54 jaar en wel in West Europa. De volgende regio die dan volgt is dan onze regio (Latin America and the Caribbean: LAC) en wel over 59 jaar. Deze regio heeft in het algemeen vorderingen gemaakt door grote sprongen gemaakt op het gebied van gendergelijkheid door enkele landen. Het zal nog langer duren in andere regio’s en wel 71 jaar in Zuid Azië, 95 jaar in Sub-Saharaans Afrika, 107 jaar in Oost Europa en Centraal Azië, 140 jaar in het Midden Oosten en Noord Afrika, 151 jaar in Noord Amerika en 163 jaar Oost Azië en Oceanië. De Het WEF-rapport van 2020 geeft dat politici nagenoeg altijd zeggen het beginsel van gelijk loon voor werk van gelijke waarde (gelijke beloning) te ondersteunen, maar dat het in de praktijk het altijd moeilijk is om dit te bereiken. In Suriname is het discrimineren in de grondwet verboden. Verder zegt de grondwet dat alle werknemers ongeacht o.a. geslacht gerechtigd zijn tot beloning voor hun werk naar gelang van hoeveelheid, aard, kwaliteit en ervaring op basis van het beginsel van gelijk loon voor ‘gelijke arbeid’. Onze grondwet moet op dit stuk worden aangepast omdat internationaal niet gesproken wordt van gelijke arbeid maar arbeid van gelijke waarde oftewel gelijkwaardige arbeid. De Staat moet volgens de grondwet voorwaarden voor beloning waartoe de werknemers gerechtigd zijn aangeven, in het bijzonder door, regelingen te treffen ten aanzien van lonen. Suriname heeft enkele jaren terug een ILO-overeenkomst getekend over gelijke beloning tussen mannen en vrouwen. Suriname heeft, zoals blijkt uit de DNA-website, ook een Wet Gelijke Behandeling Arbeid liggen in DNA die de materie van gelijke beloning moet regelen op de arbeidsmarkt. In dit voorstel staat dat het de werkgever verboden is te discrimineren op basis van geslacht bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst en het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden. In dit wetsontwerp staat dat bedrijven moeten werken met objectieve functiewaarderingen om gelijke beloningen te bereiken. In het ontwerp staat vooralsnog ook dat het de bedrijven verboden is om te discrimineren tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers bij de vaststelling van loon en andere arbeidsvoorwaarden. En dat de bedrijven het principe van gelijk loon voor gelijkwaardig werk moeten gebruiken. Het voorstel geeft verder aan dat de bedrijven een bedrijfsbeleid op papier moeten hebben met betrekking tot gelijke beloning. En dat moeten ze doen samen met de vakbond in het bedrijf of, als die er niet is, met de werknemers in het bedrijf. Dit wetsvoorstel ligt er sinds enkele jaren in DNA en het zou goed zijn als het parlement dit behandelt en aanneemt.
En dan de cijfers. In het WEF-rapport van 2020 is aangegeven dat als we kijken naar de 149 landen in het rapport er een betaalkloof (gender pay gap) is van gemiddeld 31.4% tussen mannen en vrouwen. Dus de mannen verdienen meer dan de vrouwen. Van de 149 landen in het rapport hebben 101 vorderingen geboekt in hun score, waaronder ook Suriname. De gender pay gap wordt onderverdeeld in 4 aspecten. De grootste genderongelijkheid is op het gebied van de Politieke Empowerment mondiaal. Daarna volgt de gap op het gebied van de Economische Participatie en Kansen. Daarna volgt de gap op het gebied van de Onderwijsprestaties en daarna betreffende de Gezondheid en Overleving. Op deze 2 laatste gebieden zijn volgens het WEF-rapport er goede vorderingen worden geboekt. De top 5 landen in het rapport met de meeste vooruitgang in 2020 zijn: Ethiopië, Spanje, Mali, Albanië en Mexico.
Wat Suriname betreft zien we dat ons land in de rangschikking van de landen (gender pay gap index) op plaats no. 77 staat: we zijn ten opzichte van 2018 met 2 plaatsen vooruitgegaan. De gap in Suriname het kleinst tussen mannen en vrouwen wat betreft de Politieke Empowerment: we staan daar op plaats nummer 56. Daarna volgt de gap op het gebied van de Onderwijsprestaties: we staan op no 68. Veel slechter is het op het gebied van de Economische Participatie en Kansen: no. 99 en het slechtst op het gebied van Gezondheid en Overleving: 125. Hier heeft Suriname regionaal bekeken de laagste rangschikking in de regio, maar volgens het rapport zijn er wel vorderingen geboekt.
In de regio Latin America and the Caribbean staat Suriname op een zeer lage rangschikking van 19 onder de 25 landen. Andere Caribische landen staan ons voor zoals Trinidad (4de plek), Barbados (6de), Jamaica (10de), Bahama’s (16de) en Cuba (8ste). Alleen Dominicaans Republiek (22ste) en Belize (24ste) staan onder Suriname. Wel is het zo volgens het rapport dat Argentinië, Guatemala, Mexico en ook Suriname grote sprongen gemaakt bij het dichten van de gaps op het gebied van genderongelijkheid in de regio.
De genderongelijkheid en met name de gender pay gap is volgens het WEF-rapport groot in Suriname. Er is veel huiswerk te maken in Suriname. Wetgeving is een instrument om de samenleving op weg te helpen. De wetgeving over gelijke behandeling is nodig in Suriname en moet door het parlement worden behandeld.