President Chandrikapersad Santokhi zei vrijdag in De Nationale Assemblee dat bij de start van de regeertermijn de financiële positie van de staat vrij onduidelijk was. ‘De cijfers en de administratie waren een grote puinhoop. Hoe meer zaken zichtbaar worden, is het duidelijk dat er op zijn zachts gezegd sprake is van een financieel wanbeleid in de afgelopen periode’, aldus het staatshoofd. Dit bericht de Communicatie Dienst Suriname. Hij benadrukte dat Suriname in een enorme financiële crisis zit. Er zal gaandeweg meer inzicht gegeven worden in de vraag waar de gelden naar toe zijn en het staatshoofd garandeerde dat er hierop ook acties losgelaten zullen worden.
Hoewel zij niet steeds achterom wil kijken, is het voor de regering ook belangrijk het parlement te informeren over de zaken die aan het licht zijn gekomen en de uitgangspositie naar stabiliteit en groei vast te stellen. President Santokhi zei overigens dat het belangrijker is vooruit te kijken, maar dat de zaken die in strijd met de wet zijn gepleegd, ook serieus aangepakt zullen worden. Op weg naar stabiliteit en groei zijn er drie prioriteitsgebieden vastgesteld, aldus de president. Het gaat om het beheersen van de Covid-19 verspreiding, werken naar oplossingen voor de financiële crisis en bestrijden van de enorme armoede in de samenleving.
‘De visie van de regering is dat wij naar een samenleving moeten groeien waarin iedere burger gelijkwaardig wordt behandeld en gelijke kansen krijgt, ongeacht afkomst, vermogen, ras en of religie. Als eenieder vooruit kan kijken, dan alleen kunnen wij als natie groeien en verder werken aan natievorming en de eenheid in de samenleving verder versterken.’
‘Ondanks forse inkomsten tussen 2010-2020 zit Suriname met schuld van US$ 4.1 miljard
‘In de 10 jaren na 2010 is er in totaal 45 miljard Surinaamse dollar bij de staat binnengekomen. Desondanks zit ons land nu met een schuld van 4,1 miljard Amerikaanse dollar. Met deze bedragen zou Suriname nu een geweldig, prachtig land moeten zijn. Integendeel zitten we in een enorme financieel-economische crisis en de regering vraagt zich af waar het geld, dat de afgelopen 10 jaren is binnengekomen, is heengegaan’, sprak president Santokhi.
‘Er zijn vele schulden afgesloten tegen weerzinwekkende voorwaarden en overeengekomen rentepercentages van boven de 13% per jaar. Verder zijn de grote inkomstenbronnen van ons land afgegrendeld, zoals die uit de oliesector en de goudsector, zodat die ten gunste komen aan de schuldeisers.’
De staat heeft de afgelopen 10 jaar volgens de president belastinginkomsten gehad van 33 miljard Surinaamse dollar en daarnaast overige inkomsten van 11,8 miljard Surinaamse dollar. Het staatshoofd noemde als voorbeeld Staatsolie, die de afgelopen 10 jaar, 2 miljard Amerikaanse dollar aan de staat heeft betaald.
Hij zei ook dat er met verschillende binnen- en buitenlandse aannemers contracten zijn afgesloten, die nog steeds lopen. Vaak zijn deze contracten tegen zodanige voorwaarden, dat Suriname niet onder ze uit kan of alleen tegen betaling van een forse boete. De regering plaatst bij sommige contracten grote vraagtekens over de hoogte van de bedragen die de staat zal moeten betalen, ten opzichte van de prestaties die door deze firma’s moeten worden geleverd.
Na de verkiezingen en voor de regeringstransitie is ook veel personeel in dienst genomen, soms tegen wurgcontracten. Er zijn arbeidscontracten van personen die, gelieerd zijn aan de vorige regering en ruim 10.000 Amerikaanse dollar per maand verdienen, recht hebben op onbeperkt businessclass vliegreizen en daggelden van US$ 400 per dag op reis, met een looptijd van 10 jaar en een opzegtermijn van 2 jaar. Naast de financiële schade zijn, aldus het staatshoofd, verschillende instituties in ons land uitgehold. Hij zei dat ondanks de hoge inkomsten en de grote leningen er heel weinig geïnvesteerd is in de onderwijssector, de zorgsector, de rechterlijke macht, de politie en veiligheid van de burgers. De armoede en de criminaliteit zijn daardoor enorm gestegen. ‘De Surinaamse burger heeft als gevolg van het financiële, sociaaleconomisch en maatschappelijk wanbeleid, jaren aan ontwikkeling moeten inboeten’, aldus president Santokhi.