Het baggeren van de Surinamerivier in Suriname door het Chinese bedrijf China Harbour and Engineering Company Ltd. (CHEC) is gestopt. Dat zei minister van Openbare Werken Riad Nurmohamed vrijdagmiddag 18 september tijdens een uiteenzetting in het parlement van de regering van de financieel-economische situatie van het land.
Met de Chinezen was op 31 december vorig jaar een uitvoeringsovereenkomst getekend met de regering. Pas op 2 maart werd gestart met de werkzaamheden in de monding van de rivier. De kosten van het prestigieuze baggerproject bedragen US$ 56.350.960.
Volgens de minister had de regering in januari een voorschot betaald van US$ 7.084.592. Maar, vervolgbetalingen bleven uit. De regering Santokhi heeft een failliete boedel overgenomen van de regering Bouterse en beschikt niet over de middelen om het Chinese bedrijf te betalen.
CHEC stelde zich echter medio juli goedschiks op en gaf ruimte aan de regering tot eind augustus. Maar, de Chinezen ontvingen na januari geen cent van de regering.
Nu tracht de huidige regering Santokhi een oplossing te vinden en gaat in gesprek met de Maritieme Autoriteit Suriname, met de ministeries van Openbare Werken en van Transport, Communicatie en Toerisme en met bedrijven. Ook wordt gekeken naar nieuwe financieringsmogelijkheden via het Chinese baggerbedrijf en naar het innen van ‘baggertax’ voor schepen die via de rivier naar Paramaribo varen.
De vaargeul van de voor de economie belangrijke Surinamerivier is dusdanig dichtgeslibd, dat grote schepen de grootste moeite hebben binnen te varen. Bevoorradingsschepen voor de florerende oliesector mijden nu nog Suriname, waardoor het land ook inkomsten misloopt.
De toenmalige regering Bouterse had maandag 2 maart – na een periode van ruim 14 jaar van uitstel – het startsein geven voor het uitbaggeren van de vaargeul van de voor de economie belangrijke Surinamerivier. De regering sprak van een grootscheeps project dat van eminent belang is voor de handel van en naar het land. De vaargeul moet vanaf de monding 65 kilometer tot aan het dorp Domburg. worden uitgebaggerd. Ook moet de vaargeul worden verbreed, die ooit een breedte had van 70 meter, waarvan nu nog slechts 30 meter resteert.
De afgelopen jaren, sinds zeker 2006, hebben achtereenvolgende regeringen vele malen gewezen op het belang van het uitbaggeren van de rivier. Vele malen werden toezeggingen gedaan over het moment waarop met de werkzaamheden zou worden begonnen. Maar, ondanks dat belang werd pas in maart van dit jaar begonnen met de werkzaamheden, na zo’n 14 jaar van besluiteloosheid op regeringsniveau en diverse malen uitstel van het project. Nu dreigt door een financieel tekort bij de regering het baggerproject voor langere duur onderbroken te worden.