Het Hof van Justitie heeft woensdag positief gereageerd op het beroepschrift van de advocaten Chandra Algoe en Benito Pick. De advocaten hadden beroep aangetekend tegen de beslissing van de rechter-commissaris die de aanhouding van de verkavelaar rechtmatig had geoordeeld.
De advocaten hebben met succes kunnen aantonen dat deze zaak een volstrekt civiele zaak betreft en dat hun cliënt onrechtmatig van zijn vrijheid is beroofd. De advocaten struikelden nogal over het feit dat de rechter-commissaris na drie dagen pas een beschikking gaf en dat deze beschikking totaal niet gemotiveerd was, zeker bekeken vanuit het feit dat er een zeer gemotiveerd verzoek was ingedien.
De verkavelaar werd op 5 september aangehouden op verdenking van oplichting en verduistering. Hem wordt verweten dat hij percelen heeft verkocht en daarbij de kopers niet heeft medegedeeld dat de percelen bezwaard zijn. De percelen waarover aangifte werd gedaan, zijn nog niet overgedragen omdat de aangevers of de afbetaling nog niet volledig hebben gedaan of omdat zij de overdrachtskosten nog niet hebben betaald. Dit blijkt ook uit een eerder uitgesproken civiele vonnis. Steeds wanneer een perceel is verkocht en volledig is afbetaald, wordt daaruit de bank betaald en verleend de bank royement voor dat perceelland, waarna dit perceelland wordt overgedragen aan de koper. De advocaten betoogden dat alle handelingen in de civiele sfeer hebben afgespeeld en begrijpen niet hoe deze kwestie nu als een strafbare handeling wordt gezien.
Daarnaast heeft de kortgedingrechter op 26 juni 2020 bepaald dat Stichting waarvan de verkavelaar de voorzitter is de juridische overdracht moet bewerkstelligen van de percelen binnen twee maanden na betekening van het vonnis en op eigen kosten de overschrijving van de percelen moet doen, tegen een dwangsom van SRD20.000 per dag. Ook hieruit blijkt dat het om een civiele zaak gaat, geven de advocaten aan.
Het is ook niet begrijpelijk hoe de aangevers zich plotseling opgelicht voelen, terwijl zij bij geen enkele civiel proces dat ooit kenbaar hebben gemaakt en nimmer hebben aangegeven dat zij niet wisten dat de percelen bezwaard waren.