Mr. Lydia Ravenberg is maandag bij acclamatie voor een derde zittingstermijn (2021-2024) herkozen als lid van het Comité inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (CESCR) van de Verenigde Naties. Dit bericht de Communicatie Dienst Suriname woensdag.
Dit VN-orgaan is verantwoordelijk voor het monitoren van de uitvoering van de committeringen van verdragspartijen bij het Internationaal Verdrag over Economische, Sociale en Culturele rechten. Suriname is op 28 december 1978 toegetreden tot dit verdrag.
Het Comité bestaat uit 18 deskundigen die dienen voor een periode van vier jaar.
In haar eerste zittingstermijn van 2013 tot en met 2016 heeft Ravenberg zich onder meer sterk gemaakt voor implementatie van het recht van eenieder op een zo goed mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid (art. 12 van het Verdrag).
Ravenberg stelt, dat zij zich in de tweede zittingstermijn van 2017-2020, naast het recht op een zo goed mogelijke gezondheid, ook heeft gericht op de bescherming van het gezin, bevallingsverlof en de bescherming van jeugdigen zonder discriminatie op grond van afstamming of andere gronden (art. 10 van het Verdrag).
In de nieuwe zittingsperiode wil Ravenberg zich onder meer richten op het tegengaan van corruptie. Het is volgens art. 2 van het Verdrag de plicht van lidstaten om te streven naar de verwezenlijking van de economische, sociale en culturele rechten.
Zij moeten maatregelen nemen op economisch en technisch gebied en met volledige gebruikmaking van de hen ter beschikking staande hulpbronnen, ter verwezenlijking van de economische, sociale en culturele rechten.
Minister Ramdin heeft de herverkiezing van Lydia Ravenberg verwelkomd. ‘Onderdeel van het buitenlands beleid betekent ook dat deze vertegenwoordigster ons leiderschap en onze visie uitdraagt.’