We hebben weer een weekend lockdown achter de rug. De rechtgeaarde burgers van Suriname zitten tijdens de lockdown thuis en kijkt op straat wat er allemaal gebeurt. Men is thuis bezig allerlei achterstallige dingen nu wel te doen. Wat opvalt ook dit weekend, is dat er veel burgers tijdens de lockdown uren in hun auto rijden met keiharde muziek aan. De politie ontmoet deze burgers in tegenovergesteld richting of de politiewagens worden door deze auto’s ingehaald. De wegen zijn relatief rustiger dus de burgers op straat die rijden in het midden van de straat en keihard. De vraag rijst hoe het mogelijk is dat er ondanks een lockdown toch zoveel mensen op straat aanwezig zijn. Als zou worden geturfd, zou geen minuut voorbij gaan zonder dat er een auto langs rijdt op straat. Dat betekent dat er veel mensen illegaal op straat rijden zonder dat de politie optreedt en/of dat er mensen op straat zijn die een vrijbrief hebben kunnen regelen. Suriname is klein, en het is bekend dat een heleboel burgers, toen hen bekend werd dat men respijt kon vragen vanwege gegronde redenen, een poging hebben gewaagd om een dispensatie te krijgen. Men moest dan aangeven dat er een noodzaak was om ook in het weekend op straat te gaan. Wanneer is dat het geval? We denken aan de mensen die in de essentiële diensten werken en in het weekend naar het werk moeten. Er zijn mensen die uitgerekend ook in het weekend moeten kunnen uitrukken, bijvoorbeeld wanneer het gaat om het controleren en beheren van de natte infrastructuur. Maar er zijn ook burgers die in privé-verband op straat moeten. Een voorbeeld is dat men voor iemand die hulpbehoevend is, moet gaan zorgen. Een ander voorbeeld is dat men moet gaan zorgen voor dieren of planten, die zonder de zorg achteruit of dood kunnen gaan. En vooral bij deze privéomstandigheden is er een verleiding bij de burgers om iets te verzinnen om op straat te kunnen gaan voor familie- of vriendenbezoeken. Het is burgers bekend dat hun buurtgenoten, buren en familieleden valse reden opgeven om een machtiging te krijgen om toch op straat te kunnen gaan. Zo geeft men valse adressen op waar men noodzakelijkerwijs naar toe moet voor de zorg. Ook geeft men aan dat men in een ander district planten of dieren moet gaan verzorgen en geeft men valse adressen op die niet eens bestaan of waar er geen dieren of planten worden gekweekt. Of dan zijn het dieren en planten die andere mensen toebehoren. Van Surinamers is bekend dat een deel niet graag aan landbouw en veeteelt doet, zeker niet op verre adressen. Opeens zijn de straten vol met deze mensen. De regering moet aan mensen die valse adressen en redenen opgeven geen toestemming geven om op straat te gaan en aan deze fraudeurs moeten er maatregelen worden getroffen. We denken aan een straf van SRD 500,- waardoor men de gewoonte van het omzeilen van het systeem en het frauderen afleert. Het doet denken aan de verschillende werkers in de publieke en de private sector voor Covid-19 die allemaal een benzinevergoeding wilden van hun werkgever (een bedrijf of de overheid), een parkeerplek en bewaking van hun auto tegen jatters (die spiegels en lampen wegrukken), omdat ze met hun auto aan het werk kwamen. Deze zelfde werkers hebben nu, toen het openbaar vervoer stopgezet werd, zogenaamd een ander probleem: men heeft geen vervoer, men is afhankelijk van de particuliere bus en nu kan men dus opeens niet aan het werk komen. Deze fraudeurs moeten ook aangepakt worden, dus wanneer ze opeens zogenaamd geen eigen vervoer hebben, maar eerder dat wel hadden. Hetzelfde geldt dus ook voor de mensen die opeens, toen de kinderoppashuizen gesloten werden, op hun kinderen moeten letten, terwijl ze eerder dat probleem niet hadden. Zo blijkt dus dat de Surinamer een soort behagen in schept om steeds te proberen de regels te omzeilen. Het heeft te maken met de zgn. Anansi-cultuur die zeker heeft geheerst bij de pensionerende generatie en bewust of onbewust is overgedragen op de komende generaties, breed over alle segmenten van de samenleving. Veel mensen willen een uitzondering, een speciale behandeling, men wil bijvoorbeeld ook niet in de rij staan en zaken direct thuis doen met ambtenaren. Wanneer men een uitzondering krijgt dan geeft dat waarschijnlijk zin om in het land te blijven, want men is bijzonder. En men is anderen te slim af, men is dan niet dom om thuis te zitten, het geeft een kick. De cultuur om het systeem te slim af te zijn heerst alom en we zijn niet begonnen om te beginnen aan een cultuuromslag.
In Paramaribo wordt er enigszins gelet en worden mensen opgebracht in het politieopleidingscentrum. Maar in het ander groot en dichtbevolkte district Wanica, dat ook behoorlijk te kampen heeft met Corona, schijnt dat niet het geval te zijn. Burgers in dit district geven aan dat het voor de politieagenten die in de verschillende politiebureaus zijn gestationeerd in Wanica, het moeilijk wordt om eigen vrienden, familie en buurtgenoten (of dat van de andere collega’s) staande te houden en hun een boete op te leggen of over te brengen naar een politiestation voor een overnachting.