In The Economist van enkele dagen terug is een heel belangwekkend artikel verschenen over ‘het nieuwe kantoor’ van de toekomst. Dit artikel staat in verband met de Covid-pandemie en ook de werkplek waar de ICT steeds meer een rol zal spelen. We hebben in Suriname tot voor kort een heleboel werkgevers gehad die niet geloofden in ‘van huis uit werken’. Lang voor de Covid-pandemie lag er al in DNA wetgeving die het werken vanuit de thuissituatie mogelijk zouden maken. Dat is wetgeving dat rekening heeft gehouden met de toekomst en de reorganisatie van het werk dat het teweeg zal brengen. Er zijn werkgevers geweest in het ouderwetse Suriname die fel gekant waren tegen het wettelijk verankeren van de opties van thuiswerken en telewerk. Men vond het te radicaal voor Suriname niet haalbaar. Deze zelfde werkgevers die willen overleven, zien nu volop mogelijkheden om van huis uit te kunnen werken. Kantoren worden thuis ingericht, werknemers worden gestimuleerd om, in plaats van thuis te zitten en niets te doen en toch loon te ontvangen, toch te blijven werken. Men heeft ontdekt dat de ouderwetse houding van het steeds willen zien van je medewerkers in een fysieke ruimte, voor een groot deel misplaatst is. De kwalitatieve productie kan heel goed ter hand worden genomen, ook van huis uit. Voor de bonding kunnen zoom-meetings worden gehouden en enkele keren in de maand een fysieke meeting. Daarbij kan gekozen worden om samen te ontbijten of te lunchen. Dus opeens is het wel mogelijk in Suriname, gedwongen door Corona, dat er van huis uit diensten worden geleverd en dat de arbeid wordt verricht. Wat mogelijk is en wat onmogelijk is ligt voor een groot deel in ons hoofd, tussen de oren. Het hangt af van de vraag of we bereid zijn te veranderen en of die veranderingen volgens ons haalbaar zijn. Heel vak horen we deskundigen en ook werkgevers zeggen dat vernieuwingen en veranderingen niet in overeenstemming zijn met de realiteit. Maar eigenlijk is men gewoon niet bereid om de oude manier van zaken doen op te geven. Calamiteiten leggen dan bloot dat we onszelf en onze samenlevingen met een bekrompen denken vanuit onmogelijkheden hebben achter gehouden. Heel vaak zijn we namelijk in Suriname geneigd om te zeggen dat veranderingen niet haalbaar zijn in Suriname en niet realistisch zijn. Dat uitgangspunt gaat uit van een onderschatting van Suriname. Terug naar het artikel van The Economist over de toekomstige kantoor. Het economisch blad stelt vast dat de toekomst van het kantoor te associëren is met routine en conformiteit. Maar ‘kantoor’ is hard op weg een bron van economische onzekerheid en verhitte discussies te worden. De Covid-ramp leidt tot een langverwachte fase van technologische en sociale experimenten op de werkvloer. Zo is 84% van de Franse kantoormedewerkers weer achter hun oud bureau, dus in het kantoor dat ze eens verlieten vanwege Covid. Maar dat cijfer is bij de Britten minder dan 40%, dus een groter deel van de kantoormensen is niet naar kantoor teruggekeerd. Bedrijven moeten zich aanpassen aan een sporadisch bezoekerspatroon. Aan de andere kant moeten overheden de arbeidswetgeving moderniseren en stadscentra opnieuw vormgeven. En hoe zit het met bedienden vraagt het economisch blad af? Als u deze maand weer op kantoor komt, ga dan zitten en log in, maar voel u niet al te comfortabel, zegt het blad. Dat betekent dus dat de schoonmaaksters er niet altijd zijn geweest om de kantoren schoon te maken en op te ruimen. Er wordt veel voorlichting gegeven over hygiëne en de kantoorwerkers moeten wel eens zelf hun schoonmaakwerk doen. Zo zijn er ook tegelijk minder mensen op kantoor. Ook in Suriname is gebleken dat de werkers in de lage echelons schijnen minder rekening te houden met de strakke hygiëneregels en social distance normen en de andere Covid-voorwaarden.
Over de hele wereld proberen arbeiders, werkgevers en managers, huisbazen en regeringen erachter te komen of het concept van kantoor niet al verouderd is. Deze verschillende groepen hebben wel verschillende opvattingen.
Jack Dorsey, het hoofd van Twitter, zegt dat het personeel van het bedrijf ‘voor altijd’ thuis kan werken, maar Reed Hastings, de oprichter van Netflix, zegt dat thuiswerken ‘puur negatief’ is. De veranderde opvattingen over de noodzaak om over kantoorruimte te beschikken, heeft onzekerheid gebracht in de wereldwijde markt voor commercieel onroerend goed. Dat is een wereldwijde markt van US$ 30 miljard. En terwijl sommige werknemers dromen van een toekomst zonder woon-werkverkeer vragen anderen zich af wat het werken van huis uit aan bedreiging zal opleveren voor promoties, beloningen en werkzekerheid. Wat ons betreft hoeft bij goed management er geen obstakel te zijn voor promoties etc.. Het een en ander hangt samen met de productie en de winstontwikkeling van de bedrijven. Visionairs zijn allang van oordeel dat veel werk in grote gedeelde kantoren beter thuis kan worden gedaan. Met Covid-19 werden hun ideeën op de proef gesteld in een enorme studie recentelijk. De voorlopige resultaten wijzen uit dat inderdaad veel kantoorwerk thuis worden verzet. Er zijn ook veel werknemers die het kantoorwerk liever thuis willen doen. Bij ons zou dat ook betekenen dat er minder files zijn, de werknemers reiskosten besparen (benzine, slijtage, onderhoud auto) en dat het milieu ook minder wordt belast vanwege minder uitstoot.