‘Momenteel kunnen we niets zeggen over de effecten van het baggeren van de Surinamerivier en van de oliewinning offshore op de ecosystemen’, zegt Monique Pool van de Stichting Heritage Fund Suriname tegenover Dagblad Suriname. ‘Dat zou puur speculatief zijn.’ Feit is dat momenteel bij de monding van de Surinamerivier wordt gebaggerd en dat er een toenemend verkeer is, ook over zee, van en naar oliewingebieden voor de kust van Suriname. Maar of beiden al zichtbare effecten hebben op de dolfijnen- en zeeschildpaddenpopulatie, is nog niet duidelijk.
Er zijn landen waar onderzoek is en wordt verricht naar de vraag of baggeren effect heeft op dolfijnen. Sommige dolfijnen in de St. Johns River in de Amerikaanse staat Florida, waar werd gebaggerd, werden medio 2019 ziek en sommigen aten niet eens. Onderzoekers van de University of North Florida (UNF) proberen erachter te komen of baggeren de oorzaak is. Dr. Quincy Gibson is universitair hoofddocent Kustbiologie aan de UNF en haar onderzoeksteam heeft gedurende acht jaar tuimelaars (Tursiops truncatus) bestudeerd. Sommige van deze dolfijnen waren zo mager dat je hun ribbenkast kon zien, terwijl anderen vreselijke huidaandoeningen hadden. De autoriteiten van Florida hebben necropsies uitgevoerd op sommige van die dolfijnen en vonden bijna niets in hun maag. Onderzoekers van de UNF stellen dat baggerprojecten schade kunnen toebrengen aan het leefgebied van dolfijnen in de St. Johns River.
In 2017 heeft het Cawthrone Institute in Nieuw-Zeeland onderzoek verricht naar de gevolgen van baggeren in de haven van Napier voor het zeeleven, waaronder dolfijnen. Een zoektocht op het internet levert binnen korte tijd diverse artikelen en rapporten op over de eventuele gevolgen van baggerprojecten voor dolfijnen en overige zeedieren. Het Green Heritage Fund Suriname heeft sinds 2007 een monitoringsprogramma voor roze rivierdolfijnen (Sotalia guianensis ) in de monding van de Surinamerivier. Waarnemingen en registratie van dolfijnen worden uitgevoerd door een groep vrijwilligers, die hiervoor speciaal getraind is, zo is te lezen op de website van de organisatie. De verzamelde data uit het monitoringsprogramma dragen bij aan kennis over deze bijzondere dolfijnsoort en de ontwikkeling van de dolfijnenpopulatie in Suriname. Deze kennis is onder andere van belang bij besluitvorming over activiteiten, die invloed hebben op het kustgebied, zoals zandwinning, scheepvaart, oliewinning.
Langs de kust van Suriname komt één soort dolfijn voor, de brakwater- of Guianadolfijn of Profosu, zoals de dolfijn in Suriname wordt genoemd. Ten noorden van Suriname komt hij voor tot Nicaragua, naar het zuiden tot het zuiden van Brazilië. Profosus leven in ondiepe delen van de zee en in de mondingen van grote rivieren. Sinds 2007 wordt deze dolfijn als volwaardige soort erkend: Sotalia guianensis. Het is een kleine grijze dolfijn met een meestal roze en soms witte buik. Deze dolfijnen kunnen ruim twee meter lang worden. Sinds 2005 worden door een groep vrijwilligers, die valt onder een programma van de Stichting Green Heritage Fund Suriname, op regelmatige basis gegevens verzameld over de stand en het gedrag van dolfijnen in de monding van de Surinamerivier.