De Hindoe religie kent de periode welke bekend staat als Pitra Paksha. Dagblad Suriname heeft het volgende hierover vernomen van de Stg. Organisatie Hindoe Media.
Dit jaar is er van woensdag 2 tot en met donderdag 17 september Pitra Paksha. Tijdens de donkere helft van de maand kuár of áshvin (sept./okt.) worden door sommige hindú’s de overleden voorouders herdacht. Deze herdenking wordt pitra-shráddha genoemd, d.w.z.: het offerfeest voor de gestorven voorouders. Pitra staat voor voorouder en paksha verwijst naar de donkere maandhelft, dat deel van de maanmaand, waarin de maan afneemt.
Gedurende 15 dagen wordt er door degenen die de doden herdenken, een tilánjali gegeven: dat is een offerande bestaande uit water, sesamzaad (til) met bloemen op een trikushá (een soort gras). Deze offerande wordt in de hand gegoten, waarbij beide handen tegen elkaar worden gehouden (anjali = dubbel-handvol).
De tilánjali wordt dan op een gewijde plaats op het erf geplengd of uitgegoten. De gestorvenen worden herdacht om hun positie in het dodenrijk te verbeteren en voor hun welzijn en geluk aldaar. Tevens smeekt men zegen van de overledene af voor de nabestaanden voor geluk en welzijn. De plaats van de gestorvenen in het dodenrijk vertegenwoordigt een heel oud geloof, dat in feite in alle natuurgodsdiensten voorkomt.
De overledenen gaan naar het rijk van Yama, de eerste overledene na de schepping van de mens, en sindsdien de vorst van het dodenrijk oftewel Yamráj. Het welzijn van alle overledenen wordt in niet geringe mate bepaald door de offers van spijzen door hun levende nakomelingen. Het ritueel dat hierbij gevolgd wordt, is ook van zeer oude datum en stamt af van voor de tijd, dat in het religieus denken van de Indiër de gedachte van karma en reïncarnatie ontwikkeld werd. Karma houdt in dat de mens de loop van zijn leven bepaalt door de daden die hij verricht. Karma betekent letterlijk handeling, daad.
Krachtens de daden van de mens wordt zijn leven bepaald. Reïncarnatie is wedergeboorte. Volgens deze gedachte blijft de ziel voortbestaan, slechts het lichaam is vergankelijk. Dit is een gedachte die ook in vrijwel alle godsdiensten terug te vinden is, vandaar de dodenverering.