Vrijwel een ieder is het ermee eens dat het functioneren onder de Covid-omstandigheden geen stagnatie mag ondervinden. Doordat het eerste Covid-geval in Suriname op 13 maart 2020 werd geregistreerd, verwacht de samenleving dat het bedrijfsleven ondertussen wel in staat moet zijn om de dienstverlening zoveel mogelijk te optimaliseren. Echter, het ‘nieuwe normaal’ is voor menigeen abnormaal, vooral als het op de banken aankomt.
Een bezoek aan de bank voor de allereenvoudigste zaak, kastransacties of het ophalen van een pinpas is een hele lijdensweg voor hen die geen onderdeel vormen van het ‘set sani syndroom’. Een klant die bevriend is met de medewerkers en de leiding van een bank weet uiteraard niet wat het is om een lange rij te doorstaan. Het overgrote deel van de klanten moet echter wel de regels netjes opvolgen en daar is waar de kritiek losbarst.
Het lijkt alsof de banken hun ogen sluiten voor deze realiteit. Niet alles kan online geschieden. Internet banking en andere digitale betaalopties worden nog steeds als de magische oplossing gepresenteerd door de banken. Dat is slechts één kant van de medaille. De face-to-face klantcontact en vlotte afhandeling van kastransacties zijn basiszaken die ook in een Covid-toestand normaal moeten zijn. Een klant die zijn valutarekening wilde opheffen, heeft bijvoorbeeld 4 uren moeten wachten om een bedrag beneden de US$ 900 te ontvangen, terwijl er niet eens een lange rij was. Het is duidelijk dat de banken de gang van zaken in hun bedrijf onder een vergrootglas moeten zetten om de dienstverlening te verbeteren.