Nederland en Suriname willen nog voor 25 november weer ambassadeurs gaan uitwisselen. Dat hebben de ministers van Buitenlandse Zaken, Blok en Ramdin, bekendgemaakt na een ontmoeting in Voorburg. Op 25 november is het 45 jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland.
Het is het eerste bezoek van een lid van de Surinaamse regering in tien jaar aan Nederland. De landen hadden jaren een moeizame relatie.
Bouterse
Dat had vooral te maken met kritiek in Nederland op toenmalig president Bouterse. Die is in Nederland door de rechter schuldig bevonden aan drugssmokkel en eind vorig jaar werd hij na een langdurig proces in Suriname veroordeeld voor zijn aandeel in de Decembermoorden van 1982. Omgekeerd vond Suriname dat Nederland zich te veel bemoeide met interne Surinaamse aangelegenheden.
In mei won de VHP van Chan Santokhi de verkiezingen en verloor de NDP van Bouterse flink. Santokhi volgde vorige maand Bouterse op als president. De Surinaamse regering heeft al verschillende keren laten weten de banden met Nederland te willen herstellen. En Blok en Ramdin zeiden ook al eerder dat ze weer ambassadeurs willen uitwisselen.
Coronacrisis
Zowel Blok als Ramdin benadrukte vandaag de bijzondere banden tussen de twee landen en Blok bedankte Ramdin, omdat die zo snel na zijn aantreden naar Nederland is gekomen. Blok noemde het heel belangrijk om opnieuw over en weer ambassadeurs te hebben. “Dat is altijd een Nederlandse wens geweest. Dit illustreert de bereidheid om de nieuwe Surinaamse regering te steunen.”
Blok maakte na de ontmoeting verder bekend dat Nederland Suriname met 3,5 miljoen euro extra zal helpen om de coronacrisis te bestrijden en dat Nederland het land ook “met kennis en kunde” wil bijstaan om de economische situatie te verbeteren. De twee landen gaan ook intensiever samenwerken op het gebied van justitie en veiligheid en de bestrijding van drugshandel.
Nederlandse investeerders
Ramdin voegde eraan toe dat de financiële situatie in Suriname “enorm slecht” is, en dat er veel inspanningen nodig zijn om, nog los van de coronacrisis, tot “een normale economie en een normale samenleving” te komen. Hij zei verder uit te zien naar de komst van Nederlandse investeerders naar Suriname.
Beide ministers benadrukten dat ze nu vooral vooruit willen kijken. Blok wilde niet veel zeggen over de juridische positie van Bouterse en die van vice-president Brunswijk. Ook die laatste is veroordeeld voor drugshandel. “Vervolging is in Nederland in handen van justitie en die moet in onafhankelijkheid zijn werk kunnen doen”, zei Blok. De twee bewindslieden wezen erop dat het volgens de Surinaamse wet niet is toegestaan Surinaamse onderdanen uit te leveren.
Op de vraag of er nog gepraat is over de uitlatingen van Blok in 2018, waarin hij Suriname een “failed state” noemde, zei Blok dat alles daarover twee jaar geleden al is gezegd en dat het daarover nu niet meer is gegaan. Blok bood destijds zijn excuses aan en die heeft Suriname geaccepteerd. Ook Ramdin zei “dat hij niet geïnteresseerd is in een nieuw debat”.
(BRON: NOS)