Voor advocaat Antoon Karg was het doelmatig besteden van overheidsmiddelen de motivatie om ook zijn handtekening te plaatsen onder de aanklacht tegen de president-commissaris van de Energiebedrijven Suriname (EBS), Andy Rusland, en de directeur van firma Olibis, Otmar Sibilo. “We hebben een wijziging van de Comptabiliteitswet gehad, terwijl het 60 jaar zo is geweest dat als je een uitgave doet een bijbehorende aanbesteding wordt gedaan. Dit, vooral om ondernemers te stimuleren om iets mee te kunnen verdienen aan datgene wat de overheid uitgeeft. Aan de andere kant draagt dit systeem ertoe bij dat er controle wordt uitgeoefend op een eerlijk verloop”, verklaart de advocaat.
Afgeschaft
“Maar dit stelsel is in 2019 afgeschaft. In de huidige situatie zijn veel zaken over wat doelmatig zou moeten zijn, onzeker. De ondernemer heeft geen garantie meer dat hij kan meedoen richting de staat en de staat heeft geen garantie meer op het verkrijgen van de beste verhouding tussen prijs en kwaliteit.” Karg zegt dat vanuit EBS mensen aan de bel hebben getrokken op een bepaald moment, omdat deze zagen dat zaken niet via correcte aanbestedingen verliepen.
“Het verrijken van bepaalde mensen verdiende de aandacht. Wanneer mensen kritisch naar zaken kunnen kijken, wordt er politiek ingegrepen”, zegt Antoon Karg. Vanuit verschillende hoeken van de burgerij is er kritiek geweest op de gang van zaken, waarbij 70.000.000 verdween.
Strafklacht
Dit konden de initiatiefnemers niet meer aanzien. Vandaar dat tegen Andy Rusland, president-commissaris van NV Energie Bedrijven Suriname, en Otmar Sibilo, directeur van Oliblis NV, een strafklacht is voorbereid. Politici en activisten werkten mee aan de aanklacht bij de procureur-generaal (pg). De indieners, Antoon Karg, Sham Binda, Angelic del Castillo, Jennifer Wong Swie San, Amanda Sheombar, Martin Atencio, Kishan Ramsukul, Steven Alfaisi, Stephano Biervliet en Curtis Hofwijks vragen de pg om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen om de ernstige benadeling van de EBS en mogelijk de staat Suriname te onderzoeken. Rusland en Sibilo zouden met hun handelingen artikel 13 van de Anticorruptiewet hebben overtreden. Of er meerdere personen betrokken zijn, moet uit het strafrechtelijk onderzoek blijken. Het tweetal wordt beschuldigd van aanbestedingsfraude.
In de aanklacht staat het volgende geformuleerd. “Het is algemeen bekend dat de EBS zich reeds jaren bevindt in een financieel benarde situatie. Het bedrijf lijdt reeds jaren alleen verliezen en leunt blijkens de begrotingen en financiële nota’s van het ministerie van Financiën gedurende de gehele relevante periode op aanmerkelijke subsidies van de staat Suriname. De primaire reden is dat het tarief te laag is om de kosten van het bedrijf te dekken. De cijfers over het jaar 2017 wijzen uit dat het eigen vermogen van de maatschappij negatief was. De schuldenpositie bedroeg SRD 2,274,186,000 (meer dan 2.2 miljard SRD). Merk op dat dit betreft de positie ultimo 2017; de positie anno 2020 zal zonder meer nog veel erger zijn.”
Staat
als garantsteller
In de aanklacht is ook aangehaald dat een bedrijf, dat zich in een dergelijke
financieel deplorabele positie bevindt, niet zelfstandig in staat is om
financiering van haar activiteiten aan te trekken. Daarom wordt een groot deel
van de investeringen, die door de EBS worden gedaan, gefinancierd middels
leningen, waarbij de Staat als garantsteller optreedt. Hieronder vallen
bijvoorbeeld leningen bij de Caribbean Development bank (CDB) en de Inter-American
Development Bank (IDB).
Conclusie
In de aanklacht komt men tot de volgende conclusie. “Alle feiten wijzen erop
dat er in deze sprake is van corruptie en wel het gunnen van werkzaamheden van
tientallen miljoenen USD aan het bedrijf Olibis. Hierbij wordt misbruik gemaakt
van de financieel slechte positie van de EBS om Olibis te kunnen selecteren,
omdat alleen dit bedrijf zogenaamd een financieringsoptie kan aanbieden.
Hierdoor wordt effectief het gehele aanbestedingsproces omzeild. De door de RvC
en directie gepleegde handelingen leveren de EBS en in het algemeen Suriname
grote schade op. Deze handelingen kunnen worden aangemerkt als oplichting en
zijn tevens strijd met de Anticorruptiewet.”
Kosten
Over de kosten van dit proces zegt Karg dat het om een gezamenlijk document
gaat, waarvoor er tot nu toe geen kosten zijn geweest. “Na dit punt gaat het
stuk naar de pg, en de pg en het parket worden door de belastingbetaler
betaald. Vanuit mijn kant gaat er nergens een rekening naartoe”, merkt de
advocaat op. Tot slot doet Karg een dringende oproep, welke inhoud dat zodra de pg wordt betrokken in de zaak de
getuigen kunnen rekenen op een gedegen bescherming vanuit de staat.
RB