Newmont zet zich in voor goede relatie met lokale gemeenschappen rond Merian-goudmijn

In december 2018 bracht hoofdkapitein Walter Doedoe van de Paramaccaanse stam aan het hoofd van een 10 personen tellende delegatie een bezoek aan 2 goudmijnen van het Amerikaanse Newmont in Ghana. Ook werd kennisgemaakt met hoe gemeenschappen leven in die gebieden. De reis werd met medewerking van Newmont Suriname ondernomen en had tot doel kennis te nemen van de ervaringen die de twee gemeenschappen in de mijngebieden van Newmont Ghana hebben opgedaan. Ook werd gesproken over de extra inspanningen die zijn geleverd om de verwachtingen van de gemeenschap en deelname aan de terugwinning van gemijnde gebieden te beheren. Het was een manier van Newmont Suriname vooral om te laten zien hoe zij omgaat met lokale gemeenschappen in de omgeving van haar mijn.

De Merian-goudmijn bevindt zich ongeveer 60 kilometer ten zuiden van Moengo, en is voor het grootste deel gelegen in Paramaccaans gebied, ongeveer 15 kilometer ten westen van de Marowijnerivier. In augustus 2014 werd begonnen met de aanleg van de Merian-goudmijn en de commerciële productie kwam op gang op 1 oktober 2016. De focus van Merian ligt op het leveren van een veilige, efficiënte en verantwoorde goudproductie, terwijl duurzame waarde en mogelijkheden worden gegenereerd voor medewerkers, lokale gemeenschappen, zowel de plaatselijke als de nationale overheid.

Maar Newmont is een paar keer hard in aanvaring gekomen met lokale gemeenschappen in Ghana en niet alleen in Ghana. Het Amerikaanse goudmijnbedrijf is de afgelopen jaren in onder andere Peru, Indonesië, Ghana, Australië en Nieuw-Zeeland met regelmaat geconfronteerd met verzet vanuit lokale bevolkingsgroepen. En nu is bekend geworden dat het bedrijf een grote hoeveelheid ammoniumnitraat, mogelijk 2.500 ton, in een magazijn in de buurt Flora te Paramaribo heeft opgeslagen. De explosieven worden gebruikt bij haar mijnoperaties in Merian. Afgelopen week explodeerde een partij van ruim 2.750 ton ammoniumnitraat in de Libanese hoofdstad Beiroet, met als gevolg een catastrofale ramp met meer dan 100 doden, duizenden gewonden, tientallen vermisten en een verwoeste stad.

Ghana

Ghanese media berichtten in augustus 2011 uitgebreid over de wijze waarop de Amerikaanse goudmijnmultinational omging met de inwoners van de gemeenschap Yayaso. In commentaren werd zware kritiek geleverd op het bedrijf. Newmont Gold Ghana Limited wilde een koninklijk mausoleum en diverse heilige graven van dorpshoofden en andere hoogwaardigheidsbekleders ruimen om plaats te maken voor een locatie, waar het bedrijf haar afval kon dumpen afkomstig van de Akyem goudmijn. Dat afval zou bestaan uit zo’n 396 miljoen ton gesteente en 116 miljoen ton ijzer dat uit de mijn kwam in een periode van 15 jaar. Het bedrijf wilde de graven, maar ook de bewoners verplaatsen naar de gemeenschap Adausena, een paar kilometer verwijderd van Yayaso.

‘Newmont Ghana verrijkt buitenlandse witte belangen ten koste van de degradatie van de grond van lokale bewoners, waarbij zelfs de doden niet worden gespaard’, luidde een commentaar in de krant The Ghanaian Chronicle op 3 augustus 2011. De bewoners van Yayaso stelden dan ook alles in het werk om Newmont te beletten de graven te ruimen. Bewoners bewaakten het mausoleum en de graven. Newmont werd in Ghana in 2012 ook geconfronteerd met beschuldigingen dat door haar toedoen duizenden dode vissen dreven in de Awonsuorivier. Door de Ahafo-goudmijn zou het giftige cyanide in nabijgelegen wateren zijn gelekt. Maar volgens Newmont waren de vissen door zware regenval en zuurstofgebrek gestikt. De beschuldiging aan het adres van de Amerikanen was niet zo vreemd. Immers, in oktober 2009 was cyanide van de Ahafo-goudmijn terechtgekomen in de Subririvier en ook toen leidde dat tot de dood van vele vissen.

Peru

In Peru werd de bouw van de Conga-goudmijn tijdelijk stopgezet, vanwege hevig verzet van Inheemsen uit de regio Cajamarca bij de Carachuga-goudmijn in het Andesgebergte. De mijn werd zelfs geblokkeerd door bewoners. Watervoorraden van de lokale inheemsen werden door de mijn gebruikt en ook ernstig vervuild. Ook de Yanacocha-mijn in het noorden van Peru werd geblokkeerd. De regering zag zich zelfs genoodzaakt om de staat van beleg af te kondigen.

Indonesië

In Indonesië exploiteerde Newmont sinds halverwege de jaren 1990 een goudmijn te Buyat Bay op Sulawesi. Bewoners van Buyat Bay kregen ernstige gezondheidsproblemen (huidziekten, tumoren), veroorzaakt door het dumpen van chemicaliën door Newmont, waaronder kwik, cadmium en koper in de baai. Ook nam het aantal vissen in de baai drastisch af sinds het storten van mijnafval. De New YorkTimes berichtte op 5 augustus 2005 onder andere dat Newmont dagelijks 2,000 ton afval (‘tailings’) in de baai dumpte.

Wereldwijd ontstaat meer en meer verzet van lokale bewoners en inheemsen tegen de komst van goudmijnen van veelal buitenlandse multinationale ondernemingen. Vaak vloeit dat verzet voort uit angst voor aanzienlijke milieuschade en uit vrees dat die ondernemingen zich verrijken over hun ruggen en dat (te) veel dollars verdwijnen naar de landen waar die ondernemingen zijn gevestigd, in plaats van dat die dollars gepompt worden in de lokale gemeenschappen en economieën.

In Suriname doet Newmont echter haar best om een goede relatie te onderhouden met lokale gemeenschappen rond de Merian-mijn. Zo schonk het bedrijf in 2017 een vaccinkoelkast aan de poliklinieken van de Medische Zending (MZ) te Langatabiki, Nason en Apoematapoe. Medio 2018 startte Newmont een traject om ondersteuning te bieden aan kleinschalige goudzoekers in het Paamaka-gebied, gericht op minimalisering of volledige uitbanning van kwikgebruik bij kleinschalige gouddelving in het gebied. Verder zijn in 2018 in het Paramaccaanse leefgebied toevluchtsoorden opgezet, gefinancierd door Newmont. Het gaat om hoogbouwwoningen, die opgezet worden op eilandjes in de plaatselijke rivieren. Het is een bijdrage aan het weerbaar maken bij hogere waterstanden dan normaal. De woningen op de ongeveer 10 eilandjes in het gebied, maken deel uit van het sociaal programma van Newmont. In 2019 werden wegen en bruggen in het gebied hersteld in opdracht en op kosten van Newmont Suriname.

Een onderdeel van de overeenkomst tussen de Staat Suriname en Newmont is om alle gebieden, die verkaveld zijn ten behoeve van de werkzaamheden van het bedrijf, zoveel mogelijk terug te brengen in hun natuurlijke staat. Gekapt bos in het gebied van de Merian-mijn om wegen of andere constructies te bouwen, moet gerehabiliteerd en opnieuw beplant worden. De tweede grote internationale goudmijnbouwreus in Suriname, het Canadese Iamgold, eigenaar van de Rosebel-mijn, tracht ook een goede relatie te onderhouden met lokale gemeenschappen. Die relatie is de afgelopen jaren vele malen op de proef gesteld door strubbelingen, onlusten en gewelddadige incidenten met illegale goudzoekers op het Rosebel-terrein.

Ondanks dat is het bedrijf zich blijven inzetten voor bewoners van dorpen rond de goudmijn. Zo heeft Iamgold in oktober 2019, 4 miljoen Amerikaanse dollar ter beschikking gesteld voor de uitvoering van gemeenschapsprojecten in Brokopondo. De eerste 3 maanden van 2018 financierde het bedrijf organisch telen van groenten op zeker 10 scholen in Brokopondo. In november 2017 was Iamgold medefinancier van een gezondheidsbeurs te Brownsweg. Het zijn slechts een paar voorbeelden.

Zowel Newmont als Iamgold hechten aan een goede relatie met gemeenschappen in de omgeving van de Merian- en Rosebel-goudmijn, vooral om eventuele conflictsituaties te voorkomen en hun operaties ongestoord te kunnen uitvoeren.

error: Kopiëren mag niet!