Aanspraak maken op een auto na je dienstperiode als minister is niet voor iedereen een vaststaand feit. De politicoloog Hans Breeveld leverde na zijn ministerschap zijn auto in en reed daarna weer normaal een privéauto. Het is echter een persoonlijke keus merkt Breeveld op en laat merken zwaarder te tillen aan het aantal reshuffelingen dat meer druk heeft gelegd op de economie van het land. “De vele gewisselde ministers kosten het land handenvol geld omdat alle mensen aanspraak maken op bepaalde faciliteiten. Daar zijn er momenteel heel veel van in ons land, ruim 70 personen zijn in 10 jaar vervangen.” In Nederland is het ministerschap vaak weggelegd voor hoogleraren of functies van soortgelijk niveau. Voor deze categorie personen is het instappen in de politiek horizontaal en wanneer de diensttermijn erop zit, ervaart men geen maatschappelijk terugval. Dit is anders wanneer personen verticaal instromen in de politiek. Aan het einde van de rit kan men, indien er sprake was van onrechtmatige verrijking, dit als een terugval ervaren.
Ondenkbaar
De politicoloog wijst erop dat het voorkomt dat iemand als Mark Rutte, de premier van Nederland, op de fiets naar het werk gaat. Een dergelijk tafereel is in Suriname ondenkbaar. “Minister Donner is ook op de fiets naar de koningin gegaan, terwijl die man professor is.” In Suriname is dat omgekeerd, mensen die voorheen hebben gefietst hebben een wagenpark op het erf. “Dit zijn de zaken waar wij naar moeten kijken”, meent Breeveld die in het laagdrempelige om minister te worden als een verbeterpunt ziet.
Reshuffelen
Het aantal keren dat binnen dezelfde regeertermijn gereshuffeld kan worden
hoeft voor Breeveld niet wettelijk geregeld te worden. De politicoloog zegt dat
het doorgaans een zelfregulerend systeem is waarbij het om gewichtige redenen
gaat wanneer iemand het veld moet ruimen. Breeveld omschrijft het als een
systeem waar personen op basis van waarden en normen beslissingen nemen en dat
zaken niet ad hoc besloten worden. Hij noemt de regering vanpresident Venetiaan, die vrijwel de
gehele regeerperiode met hetzelfde team heeft aangezeten. “Dit geldt ook voor regeringen
van 1946 tot 1980. Het gaat om het kiezen van de juiste ministers”.
Openbaarheid
En wanneer je iemand vervangt zou de hele natie de reden daarvan moeten weten. Breeveld noemt een aantal gevallen waarvan de samenleving na jaren nog steeds niet de reden weet waarom bepaalde ministers zijn bedankt. “We hebben the right person on the right place nodig.” Hiermee neemt Breeveld stelling tegen de gedachte om voor alles regels te willen opstellen. “De juiste personen zijn nodig.” De politicoloog benadrukt dat in de meeste stabiele landen het begrip reshufflen praktisch niet voorkomt. Bovendien heeft het volk recht om te weten waarom een minister vertrekt, omdat het salaris van deze topambtenaren door het volk wordt betaald. Breeveld onderstreept dat wetgeving om reshufflen te beperken omzeild kan worden, net zoals is gebeurd met de leningenwet, waarbij het obligoplafond meerdere keren is verschoven om door te kunnen gaan met het afsluiten van nieuwe leningen. Het toenmalig parlement, uitgezonderd de oppositie, heeft daar zonder kritiek aan meegewerkt. “Daarom mogen die voorstanders nooit meer aan de macht komen”, stelt Breeveld ferm. “Suriname heeft de juiste mensen met een goed karakter nodig. Want we hebben gezien dat mensen de wetten naar hun hand zetten en precies datgene doen wat schadelijk is voor het land.”
RB