Op Trinidad and Tobago zijn gisteren de grote politieke verkiezingen gehouden. In Suriname en Guyana zijn recent ook verkiezingen gehouden en zijn nieuwe regeringen aan het stuur. Deze drie landen hebben iets met elkaar gemeen namelijk een gemeenschappelijk koloniaal verleden. In alle drie landen maken nazaten van de tot-slaaf-gemaakten en de Indiase immigranten het grootste deel van de bevolking uit. Een zekere politieke antagonisme is in alle drie landen min of meer waar te nemen en het meest eigenlijk in Guyana. Trinidad and Tobago gaat door als te zijn een eiland dat relatief welvarender is dan Suriname of Guyana. De regeerders van Trinidad die spraken concreet in het begin van het millennium uit dat ze ervan droomden op hun land te laten groeien tot een ontwikkeld land in 2020. We zitten nu in 2020 en Trinidad is nog steeds een ontwikkelingsland; het land heeft vorderingen gemaakt, maar die zijn niet zo groot en revolutionair dat het land bijvoorbeeld en industrieel land is geworden als Hong Kong, Taiwan of Japan. Het land is ook niet daartoe op weg, wel behoort Trinidad tot een hooginkomensland. Vandaag zal het in grote lijnen bekend zijn wie de nieuwe regeerders zullen worden van Trinidad. De verkiezingen schenen wel goed te zijn voorbereid, vooral met het oog op Corona. Opvallend is dat tijdens de inauguratie van de nieuwe Guyanese president, Mohamed Irfan Ali, er geen hoge vertegenwoordigers van Trinidad aanwezig waren. Waarschijnlijk zijn de politici te bezig geweest om de laatste dagen nog hun partijen aan te prijzen. In Guyana en Suriname zijn nazaten van de Indiase immigranten aan het roer gekomen van landsbestuur. Opmerkelijk is ook dat in beide landen er een enorme optimisme valt te bespeuren met betrekking tot de economische toekomst van beide landen. Wat het in Trinidad wordt merken we in de loop van vandaag.
Trinidad en Tobago is een republiek in de Caribische Zee, voor de kust van Venezuela. Het bestaat uit twee grote eilanden en een aantal kleinere eilandjes. Het grootste eiland is Trinidad; het eiland Tobago is veel kleiner en veel minder bevolkt. Beide eilanden maken deel uit van de Bovenwindse Eilanden van de Kleine Antillen.
n de jaren vijftig van de 20e eeuw kende Trinidad en Tobago een hoge economische groei. De inkomsten uit de oliewinning, die medio jaren dertig al zo’n 3 miljoen ton op jaarbasis bedroeg, legde hiervoor een goede basis. Een beleid van importsubstitutie leidde tot een productiestijging en veel bouwactiviteiten. Eind jaren tachtig en begin jaren negentig werd ten oosten van Trinidad veel aardgas in de zeebodem aangetoond. Aanvankelijk werd het gas gebruikt voor de ontwikkeling van een eigen energie-intensieve industrie, maar dit leidde niet tot een economisch succes. Begin jaren negentig waren de aangetoonde gasreserves groot genoeg om een miljardeninvestering in installaties voor het maken van vloeibaar aardgas (lng) te rechtvaardigen. In 2015 halveerde de olieprijs en ook de gasprijzen daalden fors. De overheidsinkomsten stonden onder neerwaartse druk met een fors tekort op de begroting als gevolg en de staatsschuld begon te stijgen. Vanaf 2014 begon ook de gasproductie te dalen, van ruim 40 miljard m³ per jaar naar 34 miljard m³ in 2017 hetgeen de problemen voor het land verergerde. De gasreserves werden eind 2017 geraamd op zo’n 300 miljard m³: bij een gelijkblijvende productie zijn in 2025 de gasreserves uitgeput.
President Paula-Mae Weekes ontbond op advies van premier Keith Rowley het parlement en kondigde de verkiezingen aan op 3 juli 2020. Na de vorige verkiezingen vormde de People’s National Movement (PNM), onder leiding van premier Keith Rowley, een meerderheidsregering. De belangrijkste tegenstander van de regering van de PNM is het United National Congres (UNC), geleid door Kamla Persad-Bissessar. Het UNC was de enige andere partij in het parlement, vertegenwoordigd door één parlementslid.
De PNM is de oudste actieve politieke partij in Trinidad en Tobago. Bij alle algemene verkiezingen sinds 1956 was de PNM de regeringspartij of bij vier gelegenheden de belangrijkste oppositie. Er zijn vier PNM-premiers geweest op Trinidad. Eric Williams, George Chambers, Patrick Manning en Keith Rowley zijn tot nu toe de partijleiders geweest in volgorde.
Het UNC is een van de twee grote politieke partijen in Trinidad en Tobago en de belangrijkste oppositiepartij. Het UNC is een centrumlinkse partij. Het werd in 1989 opgericht door Basdeo Panday, een Trinidadiaanse advocaat, econoom, vakbondsman en acteur. Basdeo Panday, Winston Dookeran en Kamla Persad – Bisesser zijn in die volgorde de leiders van de partij geweest. De UNC heeft een grote hindoestaanse aanhang en wordt op momenten ook de hindoestaanse partij of de hindoepartij genoemd.
Het Congres of the People (COP) is de derde grote partij en werd op 10 september 2006 gevormd door Winston Dookeran, die het UNC verliet een nieuwe partij vormde. Carolyn Seepersad-Bachan is de leider van de partij en heft ook een voornamelijk hindoestaanse aanhang. In de verkiezingen van gisteren waren twee van de drie partijleiders vrouw van hindoestaanse komaf namelijk Kamla Persad – Bisesser en Carolyn Seepersad-Bachan