August Boldewijn zegt verbaasd te zijn over de enorme schulden waarmee Suriname opgescheept zit. De schulden werden maandagmiddag bekendgemaakt door president Chan Santokhi en vicepresident Ronnie Brunswijk. De bestuurskundige noemt dit een catastrofe en kijkt naar de bedoeling die de vorige regering heeft gehad met het aangaan van dit soort leningen, het niet betalen van schulden en het belasten van de inkomsten van Staatsolie, waardoor van die inkomsten geen gebruik gemaakt kan worden. Boldewijn noemt dit een wanorde van enorme omvang en ziet in de loonsverhogingen van 2015 en 2016, in een periode van neergang uit de inkomsten van olie en goud, een bewijs dat het toen al niet goed zou aflopen. Ook bij de laatste lening van Oppenheimer, een bedrag van U$D 125.000.000 voor de Afobakadam, exclusief een jaarlijkse rente van U$D 16.000.000, vraagt Boldewijn zich af of Suriname dit bedrag aan Suralco had moeten betalen of dat Suralco aan Suriname had moeten betalen. “Want de beslissing genomen in het parlement om de dam over te nemen, was niet gebaseerd op economische principes.” Boldewijn stelt zich hard op in deze kwestie en zegt dat het Suralco was, die eerder wilde vertrekken uit Suriname en daarom aan de staat had moeten betalen en niet omgekeerd. “En nu betaalt Suriname voor een dam die men achterlaat, terwijl we niet weten wat de kwaliteit is.”
Saboteren
In het aannemen van personeel op de verschillende ministeries kort voor de verkiezingen, ziet Boldewijn een duidelijk voorbeeld van het willen saboteren van de nieuwe regering. Ook van de jaarlijkse totale rente van beide leningen bij Opeenheimer, een bedrag van USD 67.000.000, vraagt Boldewijn zich af hoe Suriname dit zal betalen.
4 miljard
Dat de huidige regering niet kan natrekken wat de vorige met 4 miljard aan ontvangsten heeft gedaan, noemt de bestuurskundige “een gebrek aan verantwoordelijkheid dragen”. Het aspect “verantwoording afleggen” is ook nooit gebeurd. “En als er toch verantwoording werd afgelegd, heeft men daarover gelogen in het parlement”, merkt de bestuurskundige op.
Demissionair kabinet
Hoogste prioriteit voor Boldewijn is dat er een wet voor regeringen in de demissionaire periode tot stand komt. Hiermee wordt voorkomen dat regeringen bindende beslissingen kunnen nemen 5 maanden voor de verkiezingen tot na de verkiezingen. “Door het ontbreken van een dergelijke wet valt ook niet te controleren of er bindende beslissingen zijn genomen. Er zijn beslissingen a la dol genomen, tot op de dag van de inauguratie.”
Geweten
“Dat parlementariërs van de voormalige coalitie niet hebben ingegrepen, heeft te maken met een zwak geweten en lopen aan een leienband. Mensen werden in de watten gelegd en kregen allerlei voorzieningen. Dan ga je toch je baas die je alles heeft gegeven, laten vallen?”, vraagt Boldewijn retorisch.
Principes
Boldewijn kijkt ook naar de principes van het leiderschap. Dat was gestoeld op
militairleiderschap. Dat betekent dat dat de opdracht is en niet uitvoeren,
betekent dat je eruit gaat. Centraal werd bepaald hoe mensen in de coalitie
moesten stemmen in het parlement, vandaar dat er nooit afwijkend is gestemd.
Dit noemt de bestuurskundige ‘disciplinair stemmen’. Boldewijn benadrukt dat
een persoon die disciplinair stemt, niet uitgaat van de eigen principes maar
doet wat hem of haar is opgedragen. Dit systeem blijkt voor de bestuurskundige
niet te hebben gewerkt.
RB
