Procureur-generaal Roy Baidjnath Panday heeft een hernieuwd verzoek tot in staat van beschuldiging stelling van ex-minister Gillmore Hoefdraad gedeponeerd bij De Nationale Assemblee. DNA is gisteren daarover in huishoudelijke vergadering bijeengekomen en heeft besloten een hoorcommissie te benoemen, die donderdag voor de eerste keer bijeen zal komen. De hoorcommissie staat onder leiding van DNA-lid Asiskumar Gajadien.
Advocaat Manhar Ramman stelt dat de Wet in Staat van Beschuldigingstelling Politieke Ambtsdragers ernstig in strijd is met het uitgangspunt van de grondwet, namelijk dat eenieder voor de wet gelijk is. “Artikel 8 van de grondwet stelt ondubbelzinnig dat niemand op grond van zijn geboorte, geslacht, ras, taal, godsdienst, afkomst, educatie, politieke overtuiging, economische positie of sociale omstandigheden of enige andere status gediscrimineerd mag worden.” Naar de mening van Ramman druist de Wet in Staat van Beschuldigingstelling Politieke Ambtsdragers hiertegen, waarbij een politieke ambtsdrager voor handelingen gepleegd in die functie zowel in eerste aanleg als in hoger beroep voor het Hof van Justitie wordt vervolgd, ongeacht waar de feiten zijn begaan of waar de verdachte politieke ambtsdrager of gewezen politieke ambtsdrager woont of is aangetroffen.
De verdachte politieke ambtsdrager heeft dus een geprivilegieerd forum, want hij wordt gelijk bij het Hof van Justitie voorgebracht en het monopolie van het Openbaar Ministerie als enig vervolgingsautoriteit, zoals vastgesteld in diezelfde grondwet, wordt door deze wet ondermijnd. Het Openbaar Ministerie wordt ondergeschikt gemaakt aan de politiek. Deze ongelijkheid in behandeling kan en mag nimmer haar grondslag hebben in de grondwet, is Ramman van mening.
“Wat is er zo geweldig aan een politieke ambtsdrager die misdrijven pleegt? Moet zo een politieke ambtsdrager boven de andere burgers worden geplaatst? Het is onacceptabel dat zelfs de grondwet hiervan uitgaat. Ik hoop dat de nieuwe regering eindelijk deze obstruerende bepaling uit de grondwet haalt en erkent dat alle burgers gelijk zijn voor de wet en met name de Strafwet”, besluit Ramman.