Van de in april goedgekeurde noodfonds van SRD 400 miljoen voor Covid-19, is volgens Financiënminister Armand Achaibersing op dit moment circa SRD 110 miljoen over. “Ik kan u vertellen dat op het ministerie van Financiën geen administratie te vinden is van het Covid-fonds”, zei de bewindsman vrijdagmiddag op een persconferentie. De opdrachten tot betaling werden volgens de minister gegeven aan de Centrale Bank van Suriname, die de kassier is van de overheid. Uit dien hoofde beschikt de moederbank wel over de financiële mutaties. “De Centrale Bank is niet bevoegd die opdrachten tot betaling te oordelen. Zij is slechts kassier van de Staat. De stafleden en directie van Financiën beschikken niet over de administratie van het Covid-fonds”, aldus Achaibersing. Voor zover hij weet, zijn alle facturen door zijn voorganger betaald. Echter blijft de vraag of de facturen wel of niet correct zijn. “Is het bedrag juist? Is geleverd wat gefactureerd is?” Juist daarom heeft hij een aantal betalingen laten aanhouden. Achaibersing wilt die facturen eerst laten beoordelen alvorens fiat te geven tot betaling.
Het fonds werd in april goedgekeurd om zodoende de regering Desi Bouterse-Ashwin Adhin de ruimte te bieden om groepen die het zwaarst getroffen zijn door het Covid-19 virus te ondersteunen. Zo kreeg elk huishouden SRD 1.000 extra aan Algemeen Kinderbijslag, terwijl personen die hun baan hebben verloren als gevolg van dit virus, ook in aanmerking kwamen voor SRD 1.500 aan steun. Naast het uitgeven van Covid-pakketten werden ook uitkeringen gepleegd aan oudjes en mensen met beperking. Voor juni zijn de betalingen aan de sociaal-zwakkeren afgehandeld. Nu wordt gekeken naar juli. Het geld uit het fonds is volgens Achaibersing niet voldoende om de uitgaven in de komende periode te dekken. “Met SRD 110 miljoen hebben we niet veel rek”, aldus de minister. Hij kijkt uit naar de nieuwe Wet Burgerlijke Uitzonderingstoestand die uiterlijk 9 augustus behandeld moet worden.
FR
