“Je moet proberen om de non-Covid-zorg niet te stoppen, althans niet volledig te stoppen zoals men dat in Nederland deed, want dat leidt tot een heleboel andere complicaties en zelfs non-Covid doden.”
Aan het woord is dr. Pieter Voigt, voorzitter van de Vereniging van Medici in Suriname, die vindt dat er alles aan gedaan moet worden om de gezondheidszorg die niet Covid-gerelateerd is niet teveel te laten lijden onder het feit dat er zoveel aandacht vereist is voor de Corona-crisis. Volgens hem moeten we ons uiterste best doen om de overige zorg zo goed als mogelijk te kunnen voortzetten, nadat het een poos min of meer heeft stilgestaan. Nu wordt het langzamerhand weer opgepakt, maar het is nog lang niet op het niveau van vóór Covid. “We kunnen niet meer 5.000 mensen op 1 dag ontvangen in het Academisch Ziekenhuis, wat eerder wel het geval was. Mensen die niet echt ziek zijn, dus geen koorts, braken of diarree of zo hebben, moeten niet direct naar het ziekenhuis komen, maar eerst in contact treden met hun huisarts. Die kan inschatten hoe noodzakelijk het is om naar het ziekenhuis te komen. Wat wij hebben gedaan, is de non-Covid-zorg zoals kankerpatiënten, mensen met een blindedarmontsteking, mensen die een verkeersongeluk hebben gehad, mensen met ernstige hartafwijkingen die geopereerd of gedotterd moeten worden, zoveel als mogelijk door te helpen. Maar een ander probleem is, dat omdat het land failliet is, de zorg ook failliet is! Dat betekent dat ook de non-Covid-zorg failliet is. Vergeet u niet dat we de Covid-actie kunnen draaien dankzij de actie van het Surinaams bedrijfsleven, Su4Su en de hulp die we uit Nederland ontvangen. Dat betekent niet dat we totaal geen zorg kunnen verlenen, maar er is bijvoorbeeld een enorm gebrek aan chemotherapeutica, de medicijnen die nodig zijn om bepaalde vormen van kanker te behandelen. Er zijn steeds tekorten aan dialyse vloeistoffen, hiv-/aidsremmers enzovoorts. De non-Covid-zorg is dus ook al ernstig in gevaar!”
Volgens Voigt hebben de apothekers enkele weken geleden ook al laten weten dat er enorme tekorten aan medicijnen zijn. “Twee internisten van het Diakonessenhuis hebben deze week laten weten dat er geen hiv-remmers zijn en onvoldoende medicijnen om kanker te behandelen. De aandacht voor Covid is terecht, maar we mogen niet doen alsof de non-Covid-zorg helemaal geregeld is, want dat is niet het geval”, zegt Pieter Voigt.
Toch denkt hij dat met de nieuwe minister van Volksgezondheid, die zelf ook arts is en ondervoorzitter van de sectie was, er genoeg is dat besproken moet en kan worden. “We zijn al bezig met besprekingen hierover. Dus de specialisten en huisartsen zijn buiten het ministerie al met elkaar in overleg hoe we dat het beste gestalte kunnen geven. De specialisten moeten goed bereikbaar zijn voor de huisartsen, en de huisartsen op hun beurt moeten ook goed bereikbaar zijn voor hun patiënten, zodat de huisarts goed onderscheid kan maken wie hij zelf kan behandelen en wie niet naar het ziekenhuis hoeft. De VMS is al bezig om daar een belangrijke rol in te gaan spelen. Wij denken zelf dat Covid nog veel erger kan gaan worden, en dan gaan de huisartsen een belangrijke rol moeten spelen wanneer de ziekenhuizen vol komen te raken. Die gaan dan veel aan triage (red: het beoordelen van slachtoffers zoals bij grote ongevallen, rampen, pandemieën en de spoedeisende gevallen) moeten doen, dus er wordt van iedereen veel meer inzet en betrokkenheid verwacht nu.”
De vraag volgens Voigt aan de nieuwe regering is: “Kunnen we de huidige zorg continueren? Kunnen we ons de zorg die we in Suriname nu gewend zijn ons straks nog veroorloven, kunnen we dat nog betalen”? De nieuwe regering heeft te maken met enorm moeilijke vraagstukken, en dit is er gewoon eentje van, maar ofschoon de Covid-zorg uiterst belangrijk is nu, is de non-Covid-zorg niet minder belangrijk geworden.”