“Nu de markt weer open is en het iets vrijer geworden is, wil ik wel een kans nemen mee te doen aan de verkoop, maar denk nog even erover na”, zegt een kleine ondernemer tegenover de krant. “Ik verkoop het meest kinderkleding en damesschoenen; daaruit leef ik. Met behulp van mijn partner in Nederland verzorgen wij onze twee kinderen. Voor mij gaat het namelijk moeilijk, want ik zit met mijn twee minderjarige kinderen thuis zonder oppas. Dit is ook één van de redenen waarom ik niet mee kan doen met de verkoop. Mijn families lastigvallen doe ik niet. Ik wil ook geen kansen nemen door mijn kinderen nu bij een oppas te zetten. Het kost allemaal ook tijd om een band op te bouwen met de mensen die op je kinderen gaan letten. Ik verkoop nog wel spullen online of doe het via een paar vrienden, die de kans nemen te verkopen. Zij zijn ook net als mij kleine ondernemers en verkopen ook kleren, maar verschillen hierin dat de ene een hosselaar is en schoenen verkoopt, terwijl de andere alleen tassen en brillen verkoopt. Onderling proberen wij elkaar te helpen, maar veel kunnen wij niet voor elkaar betekenen.”
“Over de hele wereld is het moeilijk. De meest landen hebben de tools en zo ook de mogelijkheid het beter op te pakken dan andere, terwijl andere mensen nog moeten wennen. Mijn man is al een tijdje gestart met werken. Ik had de keus om in Nederland te wonen, maar ik ben in Suriname geboren en heb gekozen hier te blijven. Ik zal mijn best doen het beste van te maken”, stelt een andere ondernemer.
Een andere kleine ondernemer gaf aan dat hij wel meedoet aan de verkoop, maar dat het heel slap is. Hij benadrukt dat de mensen doelgericht in de stad komen. “De ene groep komt om kleine boodschappen te doen en gaat dan gelijk weer weg of je hebt mensen, die na het werk gelijk naar huis gaan.” De kleine ondernemer geeft verder aan dat hij wel bezoekers krijgt, maar die kopen niet. De meeste klanten pakken iets en zeggen ‘kan nog wachten, heeft geen haast’, terwijl de anderen alleen kijken of zeggen dat mijn prijzen te hoog zijn. “Ik moet eerlijk zijn; de prijzen zijn niet zo hoog, maar eenieder vat het anders op. Als een bordje eten al in totaal, met alles erop en eraan, SRD 150 is, kan ik me wel voorstellen waarom mensen klagen. Het is moeilijker geworden dan eerder, dat geef ik wel toe, maar aan de kant ga je klanten niet kunnen dwingen om kleding te kopen. De meeste mensen zien het al niet als prioriteit. Aan een ander alternatief zit ik nog even te denken. Misschien zal mijn kooktalent nu wel een hand kunnen helpen.” De kleine ondernemer adviseert eenieder om zo voorzichtig mogelijk te blijven en de protocollen te allen tijde in acht te nemen. “Het staat niet op iemands voorhoofd geschreven dat hij het virus heeft.”
TM