Dagblad Suriname had met de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken, Bronto Somohardjo, een gesprek en vroeg hem hoe zijn eerste werkdag als minister geweest is. “Goed! Heel goed, we hebben vandaag het protocol van overdracht gedaan, ik ben heel goed ontvangen door de gewezen minister, directie, staf en personeel, dus ik voel me al op de eerste dag enorm welkom. Mijn eerste prioriteit is een bezoek te brengen aan alle afdelingen, een assessment maken van het ministerie zelf, wat goed gaat zullen we voortzetten en wat minder goed gaat, zullen de nodige aanpassingen bij aanbrengen. De dienstverlening van CBB bijvoorbeeld heeft bij mij zeker prioriteit. Heel wat ministers voor mij hebben erover gesproken en het ging er steeds beter, daar wil ik ook mijn bijdrage aan leveren, vooral voor wat betreft de dienstverlening naar het volk toe.”
We vroegen hem ook wat hij zelf vond van het nieuwe regeerteam en Somohardjo zegt er heel erg tevreden over te zijn. Het is volgens hem wat het volk gewild heeft, namelijk een nieuwe wind en verandering. “We zijn allemaal erg enthousiast om aan het werk te gaan. Zoals de president zei, we zijn een maand eerder gestart en staan te popelen om te beginnen en met de heren Santokhi en Brunswijk als leiders denk ik wel dat we een solide regering hebben.”
Gevraagd hoe snel we resultaten kunnen verwachten zegt Somohardjo dat er heel gauw veel meer duidelijkheid komt. “Per ministerie zal dat verschillen, maar bij ons op Binnenlandse Zaken moeten we volgend week al een goed zicht op zaken hebben. De schoen wringt op meerdere plekken, daar zijn we ons goed van bewust, maar zoals de president al zei: de situatie is moeilijk, maar zeker niet onoverkomelijk of onmogelijk. Daar geloven we allen samen in. Er komt een periode van keihard en superhard werken, maar met de wil van de Almachtige vertrouw ik erop dat we er weer bovenop zullen komen. Ik ben een echte nationalist en zal me inzetten het waar te maken, dus geef mij die kans maar even, en ik beloof dat ik mensen niet teleur zal stellen,’ aldus Somohardjo.