Hoewel het fysiek onderwijs voor de toets- en examenleerlingen op 6 juli is aangevangen, maakt Abop-fractieleider Marinus Bee zich zorgen over het besluit van de regering om dat nog niet te doen voor de scholen in het district Marowijne, omdat dit district tot Covid hotzone is verklaard. “De criteria weten we niet en waarom. Wij die in Marowijne wonen, zijn niet minder bang dan wanneer we in Paramaribo zijn”, benadrukte Bee gisteren tijdens de openbare vergadering in De Nationale Assemblee (DNA). De parlementariër stelde dat er een oproep is vanuit de leerkrachten, scholieren en ouders om het gesloten houden van de scholen in Marowijne, specifiek op Albina, Moengo, Patamacca, Wanhatti, Galibi en plaatsen als Petondro en Ricanaumofo, in heroverweging te nemen. “Omdat de situatie in die gebieden niet alarmerend is. Laten we a.u.b. rekening houden. Er is al een achterstand op het onderwijs in Marowijne”, benadrukte de Abop’er. Hij voegde eraan toe dat de dreiging vanuit de goudvelden niet alleen geldt voor Marowijne, maar ook voor Paramaribo. Bee werd ondersteund door BEP-fractieleider Ronny Asabina en NDP-parlementariër Claudie Sabajo. Sabajo, die zelf uit Marowijne komt, merkte op dat zij plat wordt gebeld door belanghebbenden. Zij stelde voor om de zaak goed te bekijken met de regering en mogelijkheden te zoeken hoe ook de leerlingen van dat district examen kunnen maken. Ook het schoolvervoer voor leerkrachten in dat district is nog niet in orde.
FR
