NPS-voorzitter en parlementariër Gregory Rusland, begrijpt enigszins de kritiek die er geleverd wordt op de voordracht van assembleevoorzitter en Abop-topman Ronnie Brunswijk als vicepresidentskandidaat, maar vindt aan de andere kant dat het electoraat op 25 mei 2020 heeft beslist door de Abop 9 DNA-zetels te geven en de NPS maar 2. Hierdoor heeft de geel-zwarte partij automatisch groen licht gehad om het vicepresidentschap op te eisen en haar kandidaat voor te schuiven. In de samenleving is er een discussie ontstaan of Brunswijk de juiste persoon is om vicepresident van Suriname te worden. Naast het feit dat hij op de internationale opsporingslijst van Interpol staat voor onder andere bankroof en drugssmokkel, voldoet hij ook niet aan artikel 95 en 96 van de grondwet. Hij is namelijk concessiehouder en ondernemer, wat volgens de grondwet niet mag als je de functie van president of vicepresident wil gaan bekleden. “De NPS heeft gevraagd om mandaat en we zijn blij met de grote ondersteuning die wij hebben gehad, maar dat heeft niet mogen uitwerken in zetels. Dus wij zijn niet in de positie om eisen te gaan stellen en of de richting pertinent aan te geven, omdat wij geen bepalende factor zijn. Wij kunnen onze ideeën geven, ondersteunen en helpen sturen dat dingen goed zullen lopen in het land”, zegt Rusland om een reactie gevraagd, aan Dagblad Suriname.
NPS houdt zich aan afspraken
De NPS-topman benadrukt dat tijdens de onderhandelingen al vroeg werd afgesproken dat de VHP de presidentskandidaat zal leveren, terwijl de Abop invulling zal geven aan het vicepresidentschap. “Wij houden ons aan onze afspraken”, aldus Rusland. Wanneer op maandag 13 juli de president en vicepresident gekozen zullen worden in de DNA, zijn VHP-voorzitter Chan Santokhi en Abop- en DNA-voorzitter Ronnie Brunswijk de enige kandidaten voor respectievelijk het presidentschap en vicepresidentschap. De kandidaatstelling is gisteren afgesloten en de NDP heeft geen tegenkandidaten ingediend. In de media heeft de Abop’er reeds gesteld dat hij in de uitvoering wil ‘om mensen te kunnen helpen’. Over de kritiek die er is op hem dat hij concessiehouder is en niet naar het buitenland kan, omdat hij veroordelingen op zijn naam heeft, merkt Brunswijk in de media op dat in de democratie iedereen zijn mening mag hebben. Als voorbeeld haalde hij president Desi Bouterse aan, die ondanks een veroordeling ook president werd.
Misdragingen als sporter
De afgelopen jaren is Brunswijk wel vaker in opspraak geweest voor het misdragen, gebruiken van krachttermen en bedreigen van anderen tijdens voetbalwedstrijden. Hij is hiervoor ook veroordeeld door het tuchtcollege van de Surinaamse Voetbalbond (SVB). In 2014 heeft Brunswijk als fungerend DNA-voorzitter toenmalige NPS-parlementariër Arthur Tjin A Tsoi buiten de vergaderzaal van De Nationale Assemblee (DNA) gezet. Tjin A Tsoi vroeg via een punt van orde of het waar was dat een vooraanstaand DNA-lid gespuugd had op een arbiter tijdens een Hoofdklassewedstrijd te Meerzorg. Brunswijk vond dit punt buiten de orde van de vergadering en daarmee ook dat Tjin A Tsoi de orde van de vergadering verstoorde. Toen Tjin A Tsoi buiten de microfoon bleef protesteren, vroeg Brunswijk de politie om het lid buiten de DNA te zetten.
Betrokkenheid binnenlandse oorlog
Ondertussen heeft ook de politieke partij PRO kritiek geleverd op de voordracht van Brunswijk. Deze partij verwijst ook naar de betrokkenheid van Brunswijk als Jungle Commandoleider tijdens de binnenlandse oorlog in de tachtiger jaren. Het was een tijd met talrijke wrede, onopgeloste moorden, die bij de vrede in 1992 beloond werden met algemene amnestie. Dit alles speelt zich af in het tijdperk, waarin de eerste verkiezing na de staatsgreep van 1980 werd gehouden, waarbij de NDP 3 zetels haalde en het Front 40 zetels. Volgens deze partij heeft de Abop de unieke gelegenheid zich van de scheidende regeerders te onderscheiden, door aan te tonen dat zij, in tegenstelling tot de NDP, geen partij is die bestaat om de wil en belangen van de voorzitter te dienen onder alle omstandigheden, maar zich onderwerpt aan de grondwet en beschikt over voldoende talent en deskundigheid om een kandidaat voor het vicepresidentschap te stellen, die voldoet aan de vereisten van de grondwet.