Eigenaar/directeur Bishnoepersad Chotelal zegt aan Frans Pinas van Stanvaste Radio dat de prijzen laag waren, omdat er afspraken en een samenwerking was met de regering, maar dat daar nu onzekerheid over bestaat, waardoor de prijzen nu gewoon marktconform, maar nog steeds lager zijn dan elders. “Er gaat nu een nieuwe wind waaien en we weten nog niet hoe dat zal verlopen. Als de nieuwe regering ook met ons praat, dan kunnen we misschien weer goedkopere producten verkopen, zaken zijn zaken. We hadden een afspraak met HI en als er een nieuwe regering komt, moet er weer gesproken worden. Ik ben NDP’er, maar business is business. Ik praat met iedereen en ik ben al zeker 20 jaren ondernemer!”
Ook wat de verkoop van dollars betreft, heeft Chotelal een antwoord klaar. “We mogen geen dollars meer verkopen volgens de nieuwe wet, dus daar houden we ons aan. We mogen alleen aan de Centrale Bank verkopen. Het mag niet, dus dan doen wij het niet. We zijn handelaren, dus we kopen en verkopen, maar het zijn echt mijn eigen dollars. Die dollars kwamen niet van Hoefdraad of Van Trikt. En alle cambio’s hebben dollars, maar ze mogen niet verkopen aan het volk, wet is wet toch?”
Chotelal zegt ook nog geen gesprekken gevoerd te hebben met de nieuwe regeerders, maar dat kan nog komen. “Ik doe mijn zaken normaal door. Als de nieuwe regering een beroep op me doet om basisgoederen tegen lagere prijzen te verkopen, dan ben ik bereid te praten, zodat het volk aan de goedkope basisgoederen kan komen. Je ziet nu niet zulke lange rijen meer, maar dat komt door Covid”, zegt Chotelal, “Er zijn zoveel regels en die mensen mogen niet in zulke rijen staan, daarom zijn ze gestopt. Het heeft niks met de verkiezingen te maken.”
Veel geld verloren
Ook weet de cambiohouder niet te zeggen hoe het komt dat de NDP de verkiezingen verloren heeft. “Ik snap het tot nu toe niet. Het volk heeft ons verrast, en bij mij kan het er nog steeds niet in. Ik heb keihard gewerkt om het volk te helpen en heb veel verlies geleden. Maar ja, zo is de handel en zo is het leven, je wint en je verliest. Maar ik kijk niet terug, ook al heb ik veel geld verloren. Ik heb alles gedaan om het volk tevreden te stellen, want ik houd van de NDP. Ook aan de winkeliers heb ik goedkoop verkocht, maar ze hielden zich niet aan de afspraken en verkochten toch te duur. Daar kan ik niets aan doen. Als iedereen meewerkt, dan is er geen probleem, maar dat is niet gebeurd. En de regering wist dat ook. Je praat met de winkeliers, ze zeggen A, en erna doen ze B. Dus er moeten strenge regels komen. Iedereen deed aan prijsopdrijving, terwijl ik goedkoop aan ze verkocht. En niemand heeft ons dollars van kasreserve of zo gegeven, het was ons eigen geld. Ik heb geen koperen cent gehad van de regering om basisgoederen te kopen, dat is een sprookje. Ik reageer niet op die verhaaltjes, want ik weet dat ze niet waar zijn. En nu moet ik eerst weten wat de aanpak van de nieuwe regering is. We moeten praten, en dan kunnen we zien wat we doen. Ik ben handelaar en mijn bedrijf moet draaien. Ik kan ergens verliezen, maar ergens moet ik ook winnen, anders gaan we failliet. En als ze me roepen om te praten, dan ben ik er. Maar ik ben NDP’er, en dat blijf ik. Mijn bedrijf werkt met en voor iedereen! De pakketten die VHP verkoopt, help ik ze ook mee, dus ik werk met iedereen. Ik ben Surinamer en ik heb geen vijanden.”