Wat begon als vraaggesprekken om erachter te komen, hoe dienstvrouwen het doen onder de gezel van het Coronavirus, mondde uit in een uitstapje in de Surinaamse geschiedenis. De eerste opmerking die werd: “Toen ik opgroeide, werd er van ‘bediende’ gesproken. Taalkundig was deze benaming niet gaaf, omdat eenieder die een ondergeschikte betrekking heeft, te boek staat als bediende.”
Volwaardige kracht
“Het gebruik van het woord bediende vervaagde. Vrouwen in die hoedanigheid werden in het vervolg dienstvrouw genoemd. Na een tijd werd ook deze aanduiding ongebruikelijk. In de plaats kwam hulp in de huishouding. Tegenwoordig wordt er gesproken van interieurverzorger.”
Gaat het om categorisering van beroepen?
“Vindt de naamsverandering plaats om een betere categorisering, ordening van beroepen te bewerkstelligen?”, kwam ter sprake. Meerdere vrouwen die in deze hoedanigheid optreden, trendsetters, werkgevers en beleidsmakers werden benaderd om licht te laten schijnen over assistentie in de huishouding.
Geen enkel beroep is minder dan de andere
Feminist: “Het is bij mij nooit opgekomen om de benaming van dit beroep taalkundig te benaderen. Deze ontwikkeling ligt dieper. Voor mij gaat het om het zoeken naar gelijkwaardigheid binnen de samenleving. Ik vergelijk het met de genderbeweging. Daar worden woorden als het zwakke geslacht gemeden. Er wordt steeds minder gesproken over mankracht. Menskracht is daarvoor in de plaats aan het komen.”
Woorden kunnen enorm pijn doen
“Geen enkel beroep is minder dan de ander. Een beroep benoemen met een denigrerende ondertoon werkt minachtend, kleinerend en verschrompelt de geest. Misvattingen moeten verbroken en voorkomen worden. Woorden kunnen enorm pijn doen. Het gaat om een orde die nieuwe woorden wil.”
Honden hebben een baas
“Ik ben je bediende niet, is een uitspraak die ik lang niet heb gehoord. Gelukkig is het gebruik van het woord baas als het om werkgevers en personen in hoge posities gaat aan het verminderen. De uitdrukking, honden hebben een baas, ik niet, is volkswijsheid. Het geeft aan dat de mens zich vernederd voelt om zo door de knieën te gaan.”
Huisvrouw onbetaalbaar
“De zorg voor de huishouding is hooggeplaatst, vol verantwoordelijkheid en zwaar. Het vraagt naar kennis, ervaring en toewijding. Niet voor niets wordt de huisvrouw geroemd als een sieraad in huis. Zij wordt onbetaalbaar genoemd. Als een persoon wordt aangetrokken om iemands anders nest te onderhouden, lijkt het mij billijk dat de dienstvrouw de erkenning, behandeling en eer krijgt waaruit de belangrijkheid van huishoudelijk werk, haar inbreng en positie blijkt. Als het aan mij lag, zou ik de werkgeefster huismoeder noemen en de werknemer huisvrouw.”
Spijkers op laag water zoeken
“Al zoekend naar spijkers op laag water kan ik stellen dat het woord bediende een uitdrukking is, die minderwaardigheid uitstraalt. Als hulp in de houding ben je maar hulpje en wordt je nooit een volwaardige kracht. De aanduiding interieurverzorger is als je het taalkundig bekijkt, een verzachtende omschrijving van iets onaangenaams.”
Huisslaven voorgangers van dienstvrouwen
Geschiedkundige: “Het werk van de slaven in Suriname was verschillend. Gezegd wordt dat huisslaven het gemakkelijker hadden dan hun lotgenoten, die als plantagearbeiders, ambachtslieden of anderszins werden misbruikt. Gedurende de koloniale tijd bestond de term dienstvrouw niet. Volgens de overlevering verkeerden huisslaven in de betere omstandigheden dan hun lotgenoten op de plantages en in ambachten.”
Geboren in Suriname
“De huisslaven waren, in tegenstelling tot andere slaven, vaak geboren in Suriname, in menig geval een kind met een blanke vader. Vroeger waren alle bedienden en strijkvrouwen van creoolse afkomst. Naderhand namen in sommige districten Javaanse landgenoten die positie ook in.”
Kweekje
Bewoner bejaardentehuis: “Sluwe burgers hadden de gewoonte om een kweekje (pleegkind) aan te trekken uit de creoolse- en de inheemse bevolking om die op te opvoeden. Zo’n kind werd dan een kweekje, een genoot in een andere huishouding. Voor een bordje eten en een slaapplaats ergens in een ongunstig hoekje, wist de pleegouder zich verzekerd van een huisslaaf. De goede niet te na gesproken.”
Het liep de spuigaten uit
“Het afstaan van een kind als kweekje aan personen met tuk op hun eigen voordeel en bedoelingen, liep de spuigaten uit en werd beschouwd als negatief, een vorm van kinderarbeid. Kweekjes werden uitgesloofd. Al het huishoudelijk werk werd op de schouders van het pleegkind gelegd, dat niet als gelijkwaardig mens en huisgenoot werd behandeld.”
De tijden veranderden
“Vroeger waren bedienden en strijkvrouwen van creoolse afkomst. De tijden veranderden. Dienstvrouwen van Javaanse afkomst wisten een plaats te bemachtigen als huishoudelijke werkkracht. Toen kwam er een golf van Guyanese bedienden, die als goedkopere arbeidskrachten grif werk vonden.”
Javaans- of Hindoestaanssprekend
“Dienstvrouwen van Hindoestaanse afkomst zijn er ook, maar die werken over het algemeen binnen de eigen bevolkingsgroep. Gedurende mij niet zo korte leven hebben ik zelden of nooit meegemaakt, dat Javanen en Hindoestanen een creoolse dienstvrouw in dienst hebben. In sollicitatie-oproepen voor dienstvrouwen, kan vaak gelezen worden Javaans- of Hindoestaans sprekend”.
HD